Waar de straten geen namen hebben

Dat schrijft Wouter Kusters in A Philosophy of Madness, de Engelse vertaling van zijn opus magnum Filosofie van de waanzin, die onlangs is verschenen. Het is vreemd om je eigen woorden geciteerd te zien door een ander, en helemaal als die woorden vervolgens in het Engels worden vertaald. Hoe kan het dat woorden iets anders lijken te betekenen, als ze in een andere taal, in een ander format of in een ander medium tot je komen? Als ze overgeplant worden in een ander taalspel, in een ander semantisch veld? Vooral de straatnamen werken vervreemdend in dit verband: Ferdinand Bolstraat, Ceintuurbaan, Hobbemakade…

Straatnamen horen bij een taal die vertrouwd is, zeker in dit verband als het gaat om het loslaten van alles wat vertrouwd is. Of beter gezegd, als het gaat om het loslaten van alle verbanden. Deze straatnamen steken nu als bakens uit boven een vreemde zee van woorden. Ze bieden even houvast in het transformatieproces dat de nieuwe taal in de vertaling teweegbrengt. Wat gebeurt er allemaal in dit transformatieproces? En door wie of wat wordt dat bewerkstelligd?

Marieke Lucas Rijneveld gaf de opdracht om een gedicht van de Amerikaanse Amanda Gorman te vertalen terug. Er werd kritiek geuit omdat er niet was gekozen voor een vertaalster met een zwarte huid. Maar wie heeft deze teksten van mij vertaald? In A Philosophy of Madness komen in totaal 17 passages voor van mijn hand, passages die oorspronkelijk in het Nederlands geschreven zijn. Je mag hopen dat de vertaler of vertaalster enige ervaring of affiniteit heeft gehad met de materie waar het hier over gaat. Was hij of zij blank? Jong? Oud? Gelovig of ongelovig? Heeft hij of zij zelf ooit profetische taal uitgeslagen? Orakeltaal? Wartaal? Bijbelse taal, al of niet in zijn of haar eigen moerstaal?

Het converteren van een tekst levert diepingrijpende problemen op. Die problemen lijken iets te maken hebben met de psychische fenomenen die optreden bij ‘de conversie van de geest’, zoals bijvoorbeeld aan de orde is bij een bekeringsproces. Het Engelse woord the conversion heeft vele betekenissen, zo las ik op Google, waaronder ook bekering:

En die reeks van betekenissen gaat maar door…. Ad infinitum…….Waar blijft de betekenis van een straatnaam in het proces van conversie? Waar blijft de betekenis van een woord? Op weg naar het einde, op weg naar niets, dat is de weg die de woorden moeten gaan als je ze eindeloos blijft overplanten in een andere context. Ook Bijbelteksten hebben te maken met een dergelijke conversie-problematiek. Ze zijn talloze malen overgeschreven en vertaald. Daar komt nog bij: het Nieuwe Testament is niet in één keer opgeschreven. In feite bestaan er vier historische lagen van teksten:

Om te zien of een uitspraak van Jezus Christus historisch juist is, kun je een formule toepassen: 1/4 of 4/3 etc. In het eerste geval betekent dit, dat een uitspraak in de eerste laag vier keer voorkomt. In het tweede geval: in de vierde laag drie keer. Hoe lager het nummer links en hoe hoger het nummer rechts, des te historisch geloofwaardiger is dan een quote van Jezus Christus.

Opeens bedacht ik mij dat er honderden jaren na mijn dood ook zo’n quote-index van mij zou worden aangelegd. Wat had die Mous nu eigenlijk werkelijk gezegd, toen hij aan het dwalen was daar in het Vondelpark? Uit de verschillende lagen van ouderdom van de overgeleverde geschriften, gecombineerd met de citaat-frequentie, zou men zich dan een beeld kunnen vormen van het historisch gehalte van mijn profetische taal. Mijn woorden zouden tot hun ware gedaante zijn teruggebracht…. en de rest was … lost in translation.

Toen ik dat zo voor mij zag, sloeg mijn mijn fantasie heel even op hol. Ik hoorde de stem van Wittgenstein. In januari 1966 – voordat ik ging dwalen door de stad – heb ik een tekst geschreven die in feite een parafrase was van de beroemdste conversietekst uit de wereldgeschiedenis: De Confessiones van Augustinus. Die tekst ben ik kwijtgeraakt. Ik scheef hem in de week voorafgaande aan mijn opname in het psychiatrisch ziekenhuis in Heiloo.

Deze ‘autografie van een psychose’ was in feite de conversie van een conversietekst. Het was geen verslag van een bekering, maar een poging om door de muur van het gezond verstand heen te breken, een poging waarin ik overigens wonderwel slaagde, want toen de tekst eenmaal voltooid was, bevond ik mij in het domein van de waanzin. Ik ging dwalen door de stad met de mij zo bekende straatnamen. Op weg naar … ja, naar wat? Op weg naar waar de straten geen namen hebben.

Zie ook mijn blog: Lost in translation

Reageren is niet mogelijk.