Soms denk ik wel eens dat met de opkomst van de sociale media het verleden is opgehouden te bestaan. Dat wil zeggen, het verleden is geen verleden meer. De tijd verdwijnt niet maar keert telkens weer terug in het heden. Zelfs over 500 jaar, in het jaar 2521, is er niets van onze wereld verdwenen en is alles nog terug te roepen op internet. Er is een nieuwe ruimte ontstaan, voorheen ook wel cyberspace genoemd, waarin de tijd een nieuwe gedaante heeft aangenomen. Die nieuwe ruimte onttrekt zich aan de wetten van de fysische ruimte, en herinnert tegelijk aan de transcendentale ruimte die van oudsher door de religie werd geclaimd. Alles gaat met alles samenhangen en het verleden herhaalt zich eindeloos in het heden. Alsof Christus elke dag weer opnieuw gekruisigd wordt en vervolgens opstaat uit de dood. De hemelpoort staat op internet wagenwijd open.
Gisteren kreeg ik out of the blue een vriendschapsverzoek op facebook van iemand die ik in twintig jaar niet had gezien. Het was Carel Zuil, voormalig wethouder cultuur van de gemeente Ooststellingwerf. Ik begon meteen te googelen en zo stuitte ik op een documentaire van Omrop Fryslân uit 1999 over In Verbelinge. In september van dat jaar ging de kunstmanifestatie In Verbelinge in Ooststellingwerf van start, waaraan ik anderhalf jaar had gewerkt en die door de bevlogen wethouder Carel Zuil van de grond had kunnen komen. Het was een drukke tijd, want ook het Frysk Festival van 2000 stond al voor de deur. Een mooie tijd, dat wel. De millenniumwende sprak tot de verbeelding. Er waren mensen die dachten dat de wereld zou vergaan of alle computers stil zouden vallen. Anderen vonden dat het niet zo goed ging met de wereld, zoals de antiglobalisten die zich roerden bij de Battle of Seattle. Ik las alles over rituelen en pelgrimage dat jaar, want overal ter wereld maakten Friezen om útens zich op voor een grote bedevaart naar it heitelân.
Friezen hebben iets met zelfopgelegde ontberingen, zo dacht ik bij mezelf. Deep down is elke Fries een potentiële masochist. De gekoesterde miskenning is de kerosine van hun geldingsdrang. Ze houden ervan om zich zelf te kastijden, om zichzelf tegen te komen in een schier bovenmenselijke krachtinspanning en dan toch door te gaan. Steeds verder en verder, met de blik op oneindig en het verstand op nul, of beter gezegd, ‘mei de holle yn de wolken en de fuotten op ierde’. Vlak voor ik de Kerst kreeg ik bericht van het Vaticaan. Het beeld van de Madonna van Sevenwolde in de Friezenkerk in Rome was nodig aan een nieuw kroontje toe. Of ik ook een Fries kunstenaar wist die zo’n zilveren kroontje voor de Heilige Maagd kon maken. Ik ben nooit wezen kijken of de operatie ook is gelukt.
Er gebeurden rare dingen dat jaar. Op 11 augustus werd het zelfs donker rond het middaguur. De maan kroop even tussen de zon en de aarde. Maximaal 143 seconden was er sprake van een totale zonsverduistering, een eclips zoals dat heet. In Nederland was een zonsverduistering te zien van ca. 95 procent. Maar het effect viel tegen. In grote delen van het land benamen de wolken het zicht op de zon. Of werd het minder schemerig dan velen verwachtten. Hoe dan ook, de hemel was even verduisterd dat jaar. Het hart ook volgens mij, want er ging weer heel veel mis. Een millennium liep op zijn eind. Aan de redactie van het periodiek Praktikabel stelde ik voor om zeven bekende mensen uit te nodigen om een preek te schrijven voor een nieuw millennium. Een nieuwe toekomst, 2000 jaar na de geboorte van Christus. Dat voorstel klonk zo.
Zeven preken voor een nieuw millennium
Het magische jaar 2000 naderen dient zich een wonderlijk fenomeen aan: ‘de terugkeer van de toekomst’. Juist nu het modernistische geloof in de vooruitgang zijn beste tijd heeft gehad en het ideaal van de maakbaarheid van de samenleving op de schroothoop van de geschiedenis is beland, is de utopie terug van weggewees! Het jaar 2000 met zijn mythische en apoçalyptische associaties roept bij velen hoge verwachtingen op, maar ook diep verscholen angsten. Het is wat je noemt een jaar dat tot ieders verbeelding spreekt. Ongemerkt wordt de illusie gewekt van een grote onomkeerbare stap naar de toekomst. Het zou de drempel zijn naar een nieuw tijdperk, met nog vele onbekende gebeurtenissen en ontwikkelingen ten goede of ten kwade.
Het huidige fin de siècle lijkt nog meer dan het vorige gekenmerkt te worden door een vreemd mengsel van cultuurpessimisme en vooruitgangsgeloof. Oude idealen worden pijnlijke dilemma’s. Moeten kiezen tussen het primaat van de economie en de teloorgang van de cultuur? Tussen globalisering of isolement, tussen de ‘haves and have nots‘? Tegelijk dienen ongekende ontwikkelingen zich aan: de explosie van de elektronische media, de virtuaI reality, de genetisch gemanipuleerde mens. Science fiction wordt keiharde werkelijkheid en tegelijk knagen allerlei vragen als zand dat schuurt in een ruimtepak. Blijft de mensheid voortbestaan? Sterven we uit als dinosaurussen, verdwenen na de inslag van een meteoor? Of is er iets nieuws op komst, een buitenaardse invasie? De terugkeer van de goden?
Het eerste boek waarin naar het jaar 2000 werd verwezen wordt werd al in de negentiende eeuw geschreven: Edward Bellamy, Looking backward 2000-1887. Sindsdien is het jaar 2000 een begrip, niet alleen voor futurologen en sciencefiction-schijvers, maar ook voor beleidsmakers, (onheils)profeten en koffiedikkijkers. ltalo Calvino schreef al eens Zes memo’s voor een komend millennium. De redactie van Praktikabel nodigt zeven mensen – met een brede blik en een ruime voorraad idealen – uit om een goede raad te geven voor op het komend millennium. Zij worden gevraagd een preek te schrijven (en uit te spreken) dat op oudejaarsavond op CD beluisterd kan worden.
Suggesties voor uit te nodigen sprekers:
Mient Jan Faber (IKV), Bernard Delfgauw (filosoof en Marx-kenner), Jan Foudraine (vernieuwend psychiater die los van de rol is geraakt), Lolle Nauta (filosoof, schreef ooit een essay over het gebrek aan visie bij Nederlandse intellectuelen), Prof. L A. Diepenhorst (ooit vermaard spreker in televisieforums), Pater van Kilsdonk S.J. (ex-studentenpastor met voor Rome ongepaste ideeën), Louis Le Roy (visionair cultuurfilosoof en landschapsarchitect), Marcus Bakker (ex-communist en begenadigd spreker), Pierre Jansen (ex-museumdirecteur en spraakmakend kunstpromotor), Huub Oosterhuis (dichter en schrijver van vernieuwende liturgie-teksten), Roel van Duijn (ex-provo en kabouter), Willem Aantjes (door oorlogsverleden gestrand politicus, schreef ooit een variant op de Bergrede over christelijke politiek), Prinses Irene (specialist in dolfijnen en New Age ideeën), Ger Harmsen (ex hoogleraar en propagandist van het wetenschappelijk socialisme), Simon Vinkenoog (Vijftiger en goeroe van het Aquarius-tijdperk).
Deze lijst kan naar believen worden uitgebreid (vrouwen!). De sprekers dienen naar mijn smaak wel van een verglijkbaar kaliber te zijn. Het moet niet ontaarden in een bont gezelschap van zwevers en zonderlingen of een verzameling paradijsvogels. Mensen doen meestal alleen mee als ze de indruk hebben serieus te worden genomen en het gaat om een serieuze vraag.
Misschien kan een bandje worden opgestuurd zodat iedereen zijn eigen memo kan inspreken. Dit bevordert niet de geluidskwaliteit. Anderzijds zal het niet makkelijk zijn om iedereen in een opnamestudio te krijgen. Overwogen kan worden om tussen Kerst en Oud en Nieuw een avond te beleggen waarop de memo’s ook inderdaad worden uitgesproken. (Samenwerking met Harmonie, Romein. Grote of Waalse Kerk?) Maximale duur van ieders bijdrage moet worden vastgelegd. Niet te lang, niet te kort. (zeven minuten?)
Zeven van deze mensen zijn destijds ook inderdaad per brief uitgenodigd om een preek te schrijven. Een van hen was Pater van Kilsdonk SJ. Het project ging uiteindelijk niet door omdat er te weinig toezeggingen binnenkwamen bij de redactie. Pater van Kilsdonk antwoordde met een vriendelijke brief die ik nogal altijd heb bewaard.
Ik heb Pater van Kilsdonk niet intensief gekend. Altijd bleef hij op afstand. Lopend op de cour van het Ignatiuscollege leek hij al een levende legende. Ik zocht hem niet op, behalve die ene keer, in juni 1969. Ik was al twee jaar van school af en ergerde mij aan de wijze waarop Van Kilsdonk als progressief katholiek ronddolende studenten, die met persoonlijke problemen te kampen hadden, op pastorale wijze op het rechte pad van het geloof wilde houden. Ik vertrouwde hem niet met zijn mooie praatjes ’s avond in de kroeg. Dus schreef ik een ingezonden brief, die tot mijn verbazing integraal werd geplaatst door de redactie van de Volkskrant.
‘Prostitutie’, zo heette het stuk. Je behoort tot een kerkgemeenschap en dan onderschrijf je ook alle idiotieën die daarbij horen, of je stapt eruit. Pater Van Kilsdonk deed geen van beide. Hij bleef rooms-katholiek, ondanks zijn felle kritiek op paus, curie en celibaat. Het is kiezen of delen, zo schreef ik. Zo niet, dan maak je jezelf schuldig aan intellectuele prostitutie. Pater van Kilsdonk was in zijn wiek geschoten. Ik merkte dat toen ik hem tegenkwam op het eindexamenfeest enkele dagen later op het Ignatiuscollege. Hij sprak over het ‘intellectuele proletariaat’, over ‘de vergroving van omgangsvormen’ en we hebben elkaar nadien nooit meer gezien.
Ingezonden brief in de Volkskrant, 18 maart 1969
Drie jaar daarvoor, in 1966, belandde ik – na een kortstondig verblijf in een rooms-katholiek gekkengesticht – in de spreekkamer van een rooms-katholieke psychiater. De biechtstoel werd ingeruild voor een halfduister vertrek met hoge boekenkasten in een groot huis ergens aan de rand van het Vondelpark. Daar vonden die lange en tergend langzaam verlopende gesprekken plaats, waarbij zowel de psychiater als ik bij tijd en wijle ons verscholen achter de dikke rook die opdwarrelde uit onze pijp. Het was vooral een tijd van zwijgen en lange stiltes, totdat ons moeizaam voortmeanderend gesprek als bij toeval bij het onderwerp ‘Pater van Kilsdonk’ belandde
Mijn psychiater bleek hem goed te kennen. Hij zei het niet met zoveel woorden, maar ik begreep dat ook Pater van Kilsdonk ooit zijn patiënt was geweest. Hij had – zo realiseerde ik mij opeens – op de zelfde stoel gezeten, waarop ik nu zat. Zwijgend en af en toe sprekend over je diepste zielenroerselen die je maar niet kon benoemen. ‘Van Kilsdonk geniet teveel van zijn pastorale werk’, zo liet mijn psychiater weten met de koele distantie van alwetend zielenknijper. Vele jaren later las ik dat deze psychiater gespecialiseerd was in de problematiek van de rooms-katholieke homoseksueel. Misschien dacht hij dat ik ook uit dat hout gesneden was. In dat geval was ik bij de verkeerde psychiater beland, maar dat had ik destijds nog niet door helaas.
Pater van Kilsdonk overleed in 2008 op 90-jarige leeftijd. Ik weet niet of hij naar de hemel is gegaan, want in de hemel is geen bier. Wat moet hij daar trouwens zonder nachtelijke zwerftochten langs kroegen en taveernen? In de hemel kun je niemand begraven. Je kunt er geen troostende woorden spreken bij een sterfbed. Niemand heeft aids in de hemel. Niemand pleegt zelfmoord. Het moet daar dodelijk saai zijn. Als er een hemel bestond, dan mocht Pater van Kilsdonk van Petrus zeker naar binnen, daar twijfel ik niet aan. Maar hij zou er al gauw weer terugverlangen naar dit tranendal beneden. Heimwee naar een gebroken hart. De hemel is zo troosteloos. En trouwens, over 500 jaar bestaan we allemaal nog. Ook Pater van Kilsdonk, maar dan gewoon achter de hemelpoort van internet.
De documentaire van Omrop Fryslân over de kunstmanifestatie In Verbelinge is hier te zien:
https://weromrop.omropfryslan.nl/nl/uitzending/verbelinge-kunst-de-stellingwerven