Het jaar van de 99 luchtballonnen

faber00011.jpg

Het is 8 april 1983. Mevrouw Faber neemt afscheid als lid van de BKR-commissie. Ze heeft daar zowat dertig jaar in gezeten, vanaf het begin eigenlijk. Er staan bloemetjes op tafel en even later worden er tompoezen gegeten. Ik kijk wat gespannen. Dit was ook een nieuwe omgeving voor mij, want het was de eerste keer dat ik hier zat. Ik volgde mevrouw Faber op. Afscheid nemen, daar had ze altijd wat moeite mee. Ze had een mooie stem en sprak heel deftig Fries. Tegen mij was ze altijd heel aardig. Al die verhalen, dat ze een bitch was, begreep ik nooit zo goed.

Voordat ik in de commissie kwam moest ik nog wel een keer bij haar thuis komen. Ze woonde in een huis aan Harlingerstraatweg, dezelfde straat waar ik nu woon, in een identiek huis ook, maar dan een paar huizen verderop. Misschien moest ik een soort toelatingsexamen afleggen. Of was het een initiatierite? Hoe dan ook, mevrouw Faber sprak honderduit over hoe het allemaal toeging in de kunst. ‘Mous’, zei ze steeds, ‘je moet weten….’ Ik hoorde haar rustig aan en dronk mijn kopje thee.

Daarna zou ik nog vier jaar in deze commissie zitten. Toen was het gedaan met de BKR. Mooie tijd, dat wel. Jan de Boer maakte van elke vergadering een feest. Hij geloofde in een basisinkomen voor iedereen. Samen met Joop Sierkstra vormde hij een fraai duo. We kwamen overal, in de hele provincie. Atelierbezoek hier, opdracht daar… Een zorgeloze tijd. Geen vuiltje aan de lucht. Hoewel… Nena zong over luchtballonnen.