Op 17 augustus 1987 pleegde, Rudolf Hess, een van de laatste Duitse Nazi’s die nog in leven was, zelfmoord in de Berlijnse Spandau-gevangenis. De voormalige plaatsvervanger van Adolf Hitler was ooit in Neurenberg tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld. Met zijn dood leek de Tweede Wereldoorlog nu voorgoed verleden tijd. Ook de Koude Oorlog liep inmiddels op zijn eind. Maar wat kwam er voor in de plaats?
Sweet summer sweat.
Op bovenstaande foto is het zomer 1987. Het was een onstuimige periode. Ik had de Kanselarij gekraakt. De sleutel kreeg ik zomaar mee naar huis bij de Inspectie van Domeinen. Ik voelde me de koning te rijk. Er kwam een tentoonstelling met een verkiezing: ‘Kunstenaars kiezen kunst.‘ Ze moesten toch wat, die kunstenaars, nu de BKR was opgeheven. Handen uit de mouwen dus. De organisator is later met de noorderzon vertrokken. En met het geld geloof ik.
Daarna werd de Kanselarij nog een tijdlang door anderen gekraakt. ‘Kunststation’ heette dat. Een hele leuke tijd, want er gebeurde van alles in Leeuwarden. Maar op het Provinciehuis zagen ze het met lede ogen aan. Men was bang voor brand of andere calamiteiten. Achteraf is het een wonder dat er nooit ongelukken zijn gebeurd. In november ging in de Grote Kerk de tentoonstelling ‘Ecce Homo’ van start. Het waren de gloriedagen van Regnerus Steensma. Er hing werk van Elvira Bach en Arnulf Rainer en de Duitse ambassadeur Otto Von der Gablentz verrichtte de opening.
Ik zelf raakte behoorlijk van de kook. Voor het eerst sinds jaren moest ik weer aan de antipsychotica. Gaandeweg werd alles weer rustig. Tenminste… for the time being. Johanneke Liemburg was als gedeputeerde aan de macht gekomen en die had het op de Fryske Kultuerried voorzien, een instelling waar ze eerder door de directeur een tijdlang was geschorst voor haar wangedrag. Door al dat gedoe om me heen werd ik behoorlijk strijdbaar. Het werd voortaan pompen of verzuipen. Linksom of rechtsom en al maar rechtdoor.
En toch, het was een zwoele zomer dat jaar, vol discomuziek en dirty dancing. The time of my life…. in die roerige jaren tachtig. Rillend waande ik me een nietig stofje dat op een warme dag door een bries werd meegesleurd naar de branding van de golven, waaruit – als het weer zomer is – de kortstondige illusie van geluk geboren wordt.