Op weg naar Holwerd

Gistermiddag, 12.30 uur

Met enige regelmaat zoek ik Fred Landsman op in zijn atelier in Holwerd. Er is altijd wel een reden om de draad weer op te pakken. Zo’n bezoek heeft een vast ritueel. Als je aankomt met de fiets dient de forse torenspits van Holwerd zich al van verre aan. Na wat klepperen met de brievenbus wordt de deur geopend. Aan de keukentafel volgt een gesprek over heden verleden en toekomst. En dan begint de voorstelling in het atelier. Gisteren was Han Steenbruggen van Museum Belvédère daar ook bij aanwezig. 

Je ziet nieuwe figuren op de muur verschijnen. Grote schilderijen worden tegen de wand geplaatst. Een niet aflatende stroom van beelden heeft zich in de afgelopen jaren aaneengeregen tot een verhaal met een merkwaardige spanningsboog. De schuchtere contouren van de eerste mensfiguur, die destijds met een paar witte vegen zichtbaar werden in de vaalblauwe ruimte van het beeldvlak, hebben inmiddels plaatsgemaakt voor scherp getekende voorstellingen. De ‘impact’ van het beeld heeft zich verhevigd en lijkt op weg naar een dramatische apotheose.

Elckerlyc op het Wad. Die onbestemde figuur is stilaan verdwenen. Eerst kwamen de metamorfosen. De figuren kregen opeens byzantijnse stileringen met vreemde uitstulpingen. Diabolo-achtige trechters brachten een verbinding tot stand tussen de binnenkant van het lijf en de buitenkant van de oneindige ruimte. Dit lijf werd transparant als een glazen kolf die langzaam volloopt. De nietige wadloper werd ongemerkt een gigantische zandloper, die het uur U van het universum letterlijk belichaamt. Maar het verhaal ging verder en verder. De zintuigen raakten overspoeld door een vloedgolf van indrukken. De grens viel weg tussen binnen en buiten. Lichaam, ziel en ruimte leken te versmelten in één mystieke totaal-ervaring.