Elke Jezus kent zijn Judas

In zijn boek Oswald’s Tale, An American Mystery (1995) doet de Amerikaanse auteur Norman Mailer verslag van zijn onderzoek naar het motief van de moordenaar van John F. Kennedy, Lee Harvey Oswald. Hij was daarbij niet geïnteresseerd in complottheorieën die nog altijd de ronde doen, maar puur naar wat er in de dader zelf om heeft moeten gaan. Hoe komt iemand tot zo’n daad? Wat bezielde hem?

Mailer ging in zijn onderzoek naar de zielenroerselen van Oswald niet over één nacht ijs. Zo dook hij in de archieven van de KGB, die na 1992 toegankelijk werden en waar dossiers over Oswald waren bewaard. Ondanks het inlevingsvermogen dat Mailer tentoonspreidt is de conclusie van zijn betoog ontluisterend. Het karakter, waarnaar hij op zoek is, ontglipt hem. Wat rest is het beeld van een soort man zonder eigenschappen, tergend gewoon en alledaags. ‘Hij heeft geen antwoord wat er is geen antwoord.’ Zo blijft het mysterie bestaan voor wie blijft graven in de ziel van dit type moordenaar.

Na de verkiezing van Barack Obama tot president brak in Amerika een discussie los over het gevaar van een mogelijke moord op Obama. Philppe Remarque schreef destijds in Volkskrant het volgende:  ‘Het is bijna macaber het rijtje grote namen in de Amerikaanse geschiedenis met wie Obama zich in zijn toespraken identificeert: Lincoln, J.F. Kennedy en King, alle drie doodgeschoten.‘

Obama accepteerde met tegenzin extra persoonlijke bewaking. Zelf verklaarde hij dat niemand zich zorgen hoefde te maken omdat hij de beste beveiliging ter wereld had. Toen Obama tijdens zijn verkiezingscampagne langs de plaats in Dallas reed waar JFK werd vermoord, dacht hij alleen maar aan zijn opkomende verkoudheid: ‘Ik dacht ik moet mijn neus snuiten voordat ik bij de zaal ben.‘

Kennelijk was het in Amerika destijds niet alleen een taboe geworden om dit soort zaken aan de orde te stellen. Ook Obama zelf leek het risico van een potentiële moordaanslag stelselmatig te verdringen. Misschien kun je je ook helemaal niet anticiperen op dit soort calamiteiten. Bij de beveiliging van presidentskandidaten wordt er altijd vanuit gegaan dat het gevaar in een klein hoekje schuilt. Het onbeschermd lopen door een menigte bijvoorbeeld is taboe.

Ook grote toespraken waar het publiek niet vooraf is gefouilleerd bevatten een hoog risico. Maar de moord op een charismatisch leider gebeurt altijd anders. Het gedrag van potentiële daders wordt aangestuurd door onpeilbare motieven, zo er al motieven zijn. Meestal is het een ijzingwekkende leegte in het brein van de moordenaar, die op een obscure wijze door het magnetische charisma van het toekomstige slachtoffer wordt opgeroepen.

Het onderzoek van Norman Mailer heeft uitgewezen dat deze vorm van het kwaad inderdaad uit een soort vacuüm voortkomt, een ultieme leegte die kennelijk wordt getriggerd door een overmaat aan charisma dat een potentiële Messias tentoonspreidt. Het is de begeestering van de menigte die ook de moordenaar heeft wakker geroepen. Elke Jezus kent zijn Judas.

Dit soort moorden kun je niet voorkomen door het inzetten van extra beveiliging in de vorm van bodyguards, fouilleersluizen en scherpschutters in de nabije omgeving. De enige manier is het temperen van de publieke begeestering die door het charisma teweeg wordt gebracht. Maar dat is natuurlijk het paard achter de wagen spannen, want juist met zijn charisma maakt spreekt de aankomende Messias het volk zo aan.

Waar het om gaat is de typologie van de dader die Mailer hier aan het licht brengt. Het patroon van deze motiefloze moord blijkt wetmatigheden te bevatten. Charismatische figuren kunnen onbeheersbare krachten oproepen. ‘Heldendom’, zo stelt Mailer, ‘schept vaak een wezen dat voorbestemd is om helden te doden.’ Daarmee raakt hij een waarheid die in Amerika door het Kennedy-trauma aan het oppervlak van het collectieve bewustzijn is gebracht.

Moord lijkt het noodlot te zijn dat iedere zichzelf verklaarde Messias over zich afroept, of hij nu Kennedy, John Lennon, Pim Fortuyn, Jean Jaurès, Martin Luther King of Jezus Christus heet. Het noodzakelijke tegenbeeld is een lege huls. Maar wellicht is het omgekeerde ook waar. De ultieme leegte roept een Messias op.

Zoals Jezus zijn Judas oproept, zo kent elke Christus zijn Antichrist. Soms verschijnt er zelfs een duivel op de wolken als de hemel geheel is verdwenen.