Seks in het nieuwe normaal
Wat mij zorgen baart is niet alleen het heden, maar vooral ook de toekomst. Net zoals oorlogen ons een reeks onheilspellende technologieën hebben nagelaten, is het ook nu meer dan waarschijnlijk dat sommigen na deze gezondheidscrisis zullen proberen de experimenten voort te zetten die overheden nog niet hebben kunnen uitvoeren, universiteiten zullen gesloten worden voor studenten, colleges zullen online worden gegeven, mensen zullen niet langer kunnen samenkomen om te praten over politieke of culturele kwesties, en waar mogelijk zullen digitale apparaten alle contacten – alle mogelijke besmettingen – tussen mensen vervangen.
Dat schrijft Giorgio Agamben in zijn onlangs verschenen pamflet Epidemie als politiek, de uitzonderingstoestand als het nieuwe normaal (2021). Deze stelling roept de vraag op hoe het zal gaan met de seks als de epidemie voorbij is. Zal alles weer gaan als voorheen, of komt er een nieuwe vorm van seks in het nieuwe normaal. Deze vraag bracht mij een sciencefiction-film uit de jaren zestig in herinnering: Barbarella.
Het verhaal speelt zich af in de toekomst. Echte seks is dan verleden tijd. Veel te onhygiënisch, en ook te gevaarlijk voor besmettingen met al die uitwisselingen van lichaamsvochten. Man en vrouw bereiken hun orgasme voortaan door samen een pilletje in te nemen en vervolgens de handpalm tegen elkaar te houden wat leidt tot allerlei onwillekeurige bewegingen en gezamenlijk gekreun. Als we Agamben mogen geloven zal het zo niet gaan. Er zullen digitale apparaten komen. Maar die zijn er toch al? Er bestaat toch zoiets als internet en webcam-seks?
Vraag en aanbod van betaalde webcam-seks is gedurende de corona-uitbraak flink toegenomen, zo werd een paar maanden geleden duidelijk uit een onderzoek van het CKM, het Centrum voor Kindermishandeling. In het rapport werd vooral gewaarschuwd voor nieuwe vormen van mensenhandel. De webcam-seks-industrie heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een industrie waar miljarden in omgaan. Honderdduizenden vrouwen en mannen verlenen wereldwijd hun diensten aan miljoenen klanten, waarvoor door talloze online platforms ruimte wordt geboden.
Hoe is het zover kunnen komen? Het internet is een Marktplaats voor seks geworden. Al in de jaren negentig sloeg bij menigeen ook in dit opzicht het hoofd op hol. De virtuele ruimte van internet, zo verwachtte men toen, zou niet alleen een nieuwe ontmoetingsplaats creëren voor het lichaam, maar ook voor de geest. Sciencefiction-schrijvers gingen compleet uit hun dak bij de gedachte wat de toekomst te bieden had, ook als het gaat om seks. Cybersex in cyberspace, dat was een nieuwe ervaringshorizon.
Maar ook de spiritualiteit zou zijn grenzen gaan verleggen. Al in 1984 schreef William Gibson het boek Neuromancer (1984) . Hij zinspeelde daarin op de mogelijkheden van een een collectieve hallucinatie. Cyberspace was een nieuw soort waanwereld, waaruit je niet kon ontsnappen, maar tegelijk was het ook het grote onbekende. Kort gezegd: het was de virtuele ruimte die ontstaat tussen communicatoren op het web, ongeacht de inhoud van het communicatieproces.
Hoe dan ook, het idee dat deze virtuele ruimte van internet niet alleen een ruimte voor nieuwe seks-ervaringen, maar ook een ‘geestelijke ruimte’ kan zijn, deed bij menigeen de fantasie op hol slaan. Internet werd op deze wijze een voertuig voor New-Age-ideeën. Wat Timothy Leary al in de jaren zestig had gepredikt, zou nu door de techniek gerealiseerd gaan worden. ‘Turn on, tune in, drop out’. Maar bestaat er eigenlijk wel zoiets een ‘outside’ buiten het systeem van internet? Door internet wordt iedereen letterlijk ‘in– ge-tunend‘. Er is geen vluchtweg meer geen escape. Sterker nog, het medium zelf lijkt een escape aan de werkelijkheid zelf het worden. Deze quasi-geestelijke ontsnapping aan de stoffelijke werkelijkheid kent geen point of no return.
Agamben verwijst in zijn pamflet naar de Nederlandse wetenschapper Louis Bolk, die beweert de menselijke soort wordt gekenmerkt door een progressieve remming van de natuurlijke vitale processen van aanpassing aan de omgeving. Deze natuurlijke vitale processen worden vervangen door een explosieve groei van technologische apparaten die het milieu moeten aanpassen aan de mens. Wanneer dit proces een bepaalde grens overschrijdt komt er een omslagpunt en leidt het tot de zelfvernietiging van de soort.
Als hier een kern van waarheid in zit, dan zou de vervanging van fysieke seks door het apparaat van de webcam wel eens het beslissende omslagpunt kunnen zijn. De mens kan zich tegenwoordig ook voortplanten zonder fysieke seks. En voor de seks zelf is er nu ook een virtueel alternatief. Maar of de menselijke soort met deze technologieën zich eindeloos zal blijven voortplanten is nog maar de vraag.
Inmiddels heeft de wetenschap volgens Agamben de plaats van de religie volledig ingenomen. De corona-epidemie heeft iets zichtbaar gemaakt wat er al was, maar nu opeens een onontkoombaar gegeven is geworden. God is morsdood. Ook ‘de mens als een maakbaar project’ behoort tot het verleden en dat juist in een tijd dat de mens genetisch maakbaar wordt. Het huidige humanisme, dat zich alleen nog maar richt op democratie en mensenrechten, heeft de mens teruggebracht tot zijn laatste basis: het dierlijke lichaam.
De Franse filosoof Alain Badiou spreekt over het hedendaagse humanisme zelfs als een vorm van dierenbescherming. De mens is een deerniswekkend dier geworden, een lichaam dat lijdt, overgeleverd wordt aan systeemmaatregelen en categorale uitsluitingen. Het lichaam wordt gemarteld en daarmee – zoals Agamben beweert – op onvermoede wijze ‘heilig’. Daarmee raken Agamben en Badiou een gevoelige snaar. Het naakte leven is de laatste schuilplaats voor het sacrale. Het heilige keert terug in de uitsluiting en de uitzondering geeft de macht alle ruimte. Evenals het dier lijkt het menselijk lichaam heilig verklaard. De toekomst is aan het dier, want ook het dier heeft een lichaam. En een lichaam is alles wat het leven heeft.
De moderniteit heeft een ontheiligd mensbeeld gecreëerd, waarbij de mens opnieuw heilig wordt omdat het leven één op één samenvalt met zijn biologische realiteit: het lichaam. Het lichaam is niet de meest individuele behuizing waarin het individu zich manifesteert. Nee, het lichaam is een naamloos en anoniem organisme geworden, dat in wezen toebehoort aan de staat. De staat dringt steeds dieper door tot in de haarvaten van het menselijk lichaam. Eigenlijk is het lichaam van niemand, dat wil zeggen van iedereen. Het lichaam behoort in wezen de staat toe. Zo is politiek is biopolitiek geworden. De openbare ruimte is een lege ruimte waar ontzielde lichamen gemanipuleerd worden. Internet en corona vinden elkaar in een nieuw verbond. Seks wordt virtueel, losgemaakt van het fysieke leven. Seks wordt het naakte leven op internet.
Seksualiteit is het domein bij uitstek waar het anonieme lichaam collectief gestuurd kan worden in technieken en manipulaties. De hedendaagse mens is een anoniem stuk vlees waaraan geld te verdienen valt. Het anonieme lichaam wordt gedomineerd en geterroriseerd door de hedendaagse biopolitiek. De controle over het driftmatige, anonieme lichaam wordt de geheime martelkamer van een onzichtbare macht. We beleven de virtuele SM van het spektakel, de fysieke overgave aan een nog onbekende god. In dat licht bezien krijgt de hedendaagse heiligheid een nieuwe aura. Heiligheid is niet langer een religieuze staat van afzondering, waarin een bevoorrecht individu geestelijk contact kan krijgen met een bovennatuurlijke wereld.
Het bovennatuurlijke heeft zich teruggetrokken in het lichaam zelf. In de soevereiniteit van het opstandige lichaam worden de contouren zichtbaar van een nieuw soort transcendentie. De hedendaagse heiligheid wordt ook beleefd in stadions en bij popconcerten. In de vervoering van een levende massa, in een nieuw soort mystieke exaltatie die niet alleen mogelijk is in de extreme afzondering van de heremiet, maar ook in de anonieme uitstroming van het zelf in de collectiviteit. Hedendaagse heiligheid is het leven in een denkbeeldige capsule, los van alle angsten en bedreigingen die in deze goddeloze wereld op de mens afkomen.
De hedendaagse heiligheid is een autistisch, narcistisch en pseudo-anarchistisch nirwana. Hedendaagse heiligheid is een illusoir verzet tegen de biopolitieke macht die het lichaam ongemerkt al bijna volledig beheerst. De mens wordt getemd, gedomesticeerd, afgericht. We beleven het laatste opgloeien van het zielloos organisme dat ‘lichaam’ heet. In het mensenpark, waarvan de poorten al open staan, wordt het lichaam een object van natuurbeheer.
Neem en eet, dit is mijn lichaam. Het virtuele beeld is vlees geworden en het leeft onder ons.