Religie in het nieuwe normaal

Het eerste kenmerk is dat de geneeskunde, net als het kapitalisme, geen nood heeft aan een specifieke dogmatiek, maar zich beperkt tot het overnemen van begrippen uit de biologie. Anders dan de biologie zelf articuleert zij deze concepten echter op een gnostisch-manicheïstische manier. Ze ordent concepten volgens een overdreven dualistische oppositie. Aan de ene kant is er een goddelijk principe van het kwaad, de ziekte, waarvan de bacteriën en virussen de specifieke vertegenwoordigers zijn. Aan de ander kant is er een goddelijk principe van het goede, wat niet de gezondheid zelf is, maar de genezing.

 Dat schrijft Giorgio Agamben in zijn pamflet Epidemie als politiek, de uitzonderingstoestand als het nieuwe normaal (2021). Agamben is geneigd om in deze tijden van corona nieuwe vormen van religie te ontwaren die de gedaante aannemen van eerder religies. In dit geval ziet hij het gnostisch-manicheïsme herrijzen in het dualisme tussen ziek en gezond in de hedendaagse geneeskunde. Maar gaat hij niet zien wat hij wil zien? Als je eenmaal een patroon herkent zie je dat patroon overal. Je kunt ook andere patronen herkennen. Maar ik moet zeggen, religie lijkt terug van weggeweest in tijden van corona.

Bij de laatste persconferentie van de regering, kon ik mijn gedachten er niet goed bij houden. Ik zette het geluid uit en probeerde te volgen wat de doventolk te melden had. En terwijl ik deze doventolk in stilte haar onbegrijpelijke verhaal zag houden, dwaalden mijn gedachten af naar andere tijden. Ik droomde dat deze boze droom voorgoed voorbij was en waande me als kind in de kerk, tijdens de Heilige Mis. Ik zag opeens de priester op de preekstoel vol overgave het kerkvolk toespreken. De gezondheid is opgestaan uit de pandemie, zoals de Here dat deed uit de dood. Morgen is het feest voor alle geloofsgenoten! Halleluja!

Alaaf! dacht ik.

Nog even en het is weer carnaval! Daarna gaan we vasten totdat de Here weer opstaat uit de dood, zoals de gezondheid nu uit de pandemie. Ooit ben ik naar het carnaval geweest, verkleed als schroevendraaier. Het was een indringende ervaring. Sindsdien weet ik wat ‘schroeven draaien’ is. Soms verslijt de kop van een schroef en dan kan het moeilijk zijn om de schroef los te draaien, omdat de schroevendraaier er geen grip op heeft. De meeste schroeven zijn zo gevormd dat bij rechtsom draaien de schroef het materiaal ingetrokken wordt en bij linksom draaien eruit wordt geduwd. Maar dat is lang niet altijd het geval.

Soms is het omgekeerd. Bij het carnaval is alles omgekeerd, zo moest ik tot mijn schande ondervinden. Het carnaval is het hele leven maar dan in negatief. Plus is min. Links is rechts. Boven onder, noem maar op. De vertrouwde wereld bestaat niet langer. Alles staat op zijn kop, zoals in tijden van corona.