Déjà vu

Alles neemt afscheid. Alles begroet elkaar weer. Eeuwig blijft zich trouw de ring van het zijn. In elk nu begint het zijn. In elk hier rolt de bol daar. Het midden is overal. Krom is het pad der eeuwigheid.

Friedrich Nietzsche

Soms heb ik het vermoeden dat het gezonde verstand niet meer bestaat. Dat er ongemerkt een demon in de wereld is verschenen die de ratio heeft weggekaapt. Die ramp heeft zich voltrokken zonder dat wij daar iets van merkten. In zijn boek De vrolijk wetenschap (1982) stelt Nietzsche dat wanneer er een demon zou verschijnen en je zou openbaren dat alles zich oneindig herhaalt, je eerst wanhopig en bijna gek zou worden, maar dan volgt de berusting. Je zou leven in ‘de vrolijke wetenschap’ dat je alles al eens eerder hebt beleefd. We zijn iets kwijtgeraakt, maar wat? Zelfs dat God uit de wereld is verdwenen, heeft niemand gemerkt.

Nietzsche maakte voor het eerst melding van ‘de dolle mens’ die als een ‘verwarde man’ de straat op ging om de mensen te vertellen dat zij God hadden gedood. De mensen zouden de zee hebben leeggedronken en de horizon weggeveegd. De dolle mens zou diezelfde dag nog verscheidene kerken zijn binnengedrongen en zijn rouwbeklag om de dode God luidkeels hebben verkondigd. Men pakte hem in de kraag en bracht hem naar het gesticht, terwijl hij telkens maar weer bleef roepen: ‘Wat zijn deze kerken eigenlijk nog, als ze niet de graven en gedenktekenen Gods zijn?’

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)