Wij babyboomers en de ‘vererfgoedisering’

De babyboomgeneratie- opgeleid vóór de Mammoetwet – wijkt echter wel af van de voorgaande en later generaties. De babyboomers kennen vergeleken met de generaties daarvoor en daarna een opvallend heterogeen ‘omnivoor’ smaakpatroon, waarbij de voorkeuren voor hoge cultuur en populaire cultuur gelijk opgaan. De generaties na de babyboomgeneratie zijn qua voorkeur veel meer op populaire cultuur gericht. 

Dat schrijven Marlite Halbertsma en Marieke Kuipers in hun boek Het erfgoeduniversum, een inleiding in de theorie en praktijk van het cultureel erfgoed (2016). Hier wordt dan eindelijk verwoord wat ik al een tijd vermoedde. De wildgroei van het cultureel erfgoed is een fenomeen dat eigen is aan de generatie van de babyboomers. Wij babyboomers zijn alles mooi gaan vinden, hoge en lage cultuur, kunst en kitsch, Bach en de Beatles. Alles is mooi, vooral als het toebehoort aan de tijd van de babyboomers, want dat was immers de beste van alle tijden.

De tijd van de babyboomers was de tijd dat de tijden gingen veranderen. Er kwamen letterlijk andere tijden… en uiteindelijk kwam de tijd van het cultureel erfgoed. Dat is de tijd dat de babyboomers hun eigen historie met alles erop en eraan gaan koesteren en bewaren. Wij babyboomers hebben onze eigen herinneringen tot cultureel erfgoed verklaard. We maken monumentale lijsten van onze hits. We luisteren ernaar in het programma Wintertijd. We kijken er naar in Andere tijden. Dat was immers onze tijd.

Monument werd erfgoed. Memory werd Legacy. Geschiedenis werd canon. Transcendentie werd historie… en historie werd identiteit. Na het verdwijnen van de hemel werd het culturele erfgoed onze enige hiernamaals. Kortom, het verleden van de babyboomers werd ‘vererfgoediseerd’. De term van ‘vererfgoedisering’ werd voor het eerst gebuikt door professor Willem Frijhoff in 2002. Geen babyboomer, maar wel en man met een profetische blik. Twintig jaar later komen we er in om.

Wij babyboomers (ik mag het niet zeggen van Max Pam, maar ik doe het toch) hebben niet alleen het cultureel erfgoed uitgevonden, we hebben er ook voor gezorgd dat momenteel zowat alles tot cultureel erfgoed kan worden verklaard. Elk scheet van een overleden kunstenaar wordt keurig verpakt en in de archieven opgeborgen. Niet ontsluiten en documenteren, maar opbergen, opbergen en nog eens opbergen. Wanneer houdt dit eens op, deze necrofilie van het archief?

Ook de openbare ruimte is ten prooi gevallen aan de vererfgoedisering. Nog even en heel Nederland is tot cultureel erfgoed verklaard en anders wel tot werelderfgoed. Waar vind je op de hele wereld immers een land dat voor meer dan de helft onder de zeespiegel ligt en daarom in wezen toebehoort aan de zee. Dat is hoogst uitzonderlijk, zeker in het licht van de almaar nijpender wordende klimaatcrisis en de gevolgen daarvan voor het stijgen van de zeespiegel in de komende decennia.

Nederland is het erfgoeduniversum bij uitstek en wij babyboomers zijn met die waanzin begonnen. Uiteindelijk zal de hele geschiedenis van de mensheid gereduceerd worden tot de geschiedenis van de babyboomers. Dat was de tijd van de wederopbouw. Dat was onze tijd. Wij babyboomers, wij zijn de geschiedenis. Alles uit de tijd van de babyboomers zal dan ook bewaard moeten worden voor het nageslacht, want helaas… er zal een tijd komen – een grotere ramp voor de mensheid is nauwelijks denkbaar – dat er geen babyboomers op de wereld meer zijn. Requiem voor de babyboomer, dat is het laatste wat mijn generatie nog rest.

Er komt een tijd dat de babyboomers herdacht zullen worden. Ze zullen dan herinnerd worden als de meest uitzonderlijke diersoort die ooit op deze aardbodem rondliep. Dat was de tijd voordat de dramatische inslag van een komeet een eind maakte aan de bijdrage die wij babyboomers aan de evolutie hebben mogen leveren. Marlite Harbertsma en Marieke Kuipers zien in hun boek Het ergoeduniversum dat zwerk ook al drijven:

De babyboomgeneratie, waarvan intussen het eerste cohort met pensioen is, is de grootste erfgoedconsument. Deze groep is zeer omvangrijk, hoogopgeleid en goed gezond, en de verwachting is dat deze fitte oudjes pas na hun tachtigste ophouden met erfgoed bezoeken. Op middellange termijn al er dus weinig veranderen. De krimp van de bevolking vanaf circa 2025 (als de babyboomgeneratie gaat verdwijnen) zal echter hoe dan ook een afname van de erfoedconsumptie betekenen. 

Er is dus nog hoop. Ook de vererfgoedisering zal verdwijnen met het heengaan van de babyboomers. Dan zal er geen tijd van weerzien meer zijn. Geen tijd ook van wederopbouw.

Reageren is niet mogelijk.