Hitler en de hippies, ze lijken elkaars tegenpolen, maar ze hadden ook iets gemeen. Er zat een religieuze kern in de koortsdroom van the sixties, zoals het nationaalsocialisme wellicht een politiek substituut was voor een verdwijnend christendom, maar dan met een radicale ompoling van goed en kwaad. De nazi’s noemden het goede kwaad en het kwade goed. Waren ze soms in een waan beland nadat Nietzsche God had dood verklaard? De naoorlogse secularisering heeft ook zijn sporen nagelaten in de geschiedschrijving over Hitler.
Was er in de eerste decennia na de oorlog aandacht voor de demonische aspecten van zijn persoonlijkheid of zelfs de mogelijkheid van een messiaswaan – Hitler gezien als godsdienststichter -, na de secularisatie verschoof de aandacht naar een verklaring door ‘maatschappelijke krachten en de voorwaarden van het machtssysteem van de nazi’s’ of zelfs ‘Hitler als autonoom handelende politicus’. Die verschuiving naar een pure beschrijving van de feitelijkheden leidt ertoe dat in de meest recente Hitler-biografieën Hitler wordt opgevoerd als berekenende en een uiterst sluwe politicus, die niets demoniserends of hypnotiserends in zich had, laat staan dat hij in de ban zou zijn geweest van een waan.
Door het proces van secularisatie verdwijnt niet alleen de illusie van het godsgeloof, maar ook de waan van Hitler en daarmee ook de mogelijke relatie tussen de waan en het kwaad. Het beeld van de mens Hitler veranderde voortdurend onder invloed van abstracties die eigen waren aan ‘de geest van de tijd’. Maar als niets zo tijdgebonden is als ‘de geest van de tijd’, en dus ook het beeld van Hitler. Wie was Hitler dan werkelijk en hoe zat het met zijn waan? Of zullen we dat nooit te weten komen, omdat ons zicht altijd weer belemmerd wordt door de waan van de dag? Telkens weer komen er andere tijden. Maar die tijden zijn vaak niet zo anders als de tijdgenoten denken. Behalve de hippies, die wilden alles echt helemaal opnieuw gaan doen, om zo de vermeende laksheid van hun ouders in de oorlog te overtroeven met een vermeende heldenmoed in vredestijd.
Ik wil op zoek gaan naar het algoritme van de waan, niet alleen in de tijd van het nationaalsocialisme, maar ook in de naoorlogse periode, in de tijd van de wederopbouw toen het godsbeeld van het christendom slijtageplekken begon te vertonen, in de jaren zestig toen de hippies het heden heilig verklaarden, in de tijd van het postmodernisme, toen de waarheid en zelfs Hitler een fabel werd, maar ook in het hedendaagse complotdenken. Wat is eigenlijk een waan? Een waan is hoe dan ook een fictie die door de betrokkene als werkelijkheid wordt opgevat en waarvan hij niet af te brengen is, zelfs niet door het gebruik van rationele argumenten. Zo bezien is de waan een foutieve realiteitservaring die door het gezonde verstand niet te corrigeren valt. Een afwijking dus van de norm, een ontsporing of aberratie.
In dat soort termen wordt de waan ook beschreven in de opeenvolgende edities van de DSM, het diagnostisch handboek van psychiatrische aandoeningen. Maar is een waan per definitie een afwijking? Was de waan van Hitler een afwijking? Met mijn reis door de naoorlogse tijd hoop ik aan te tonen dat het beeld van Hitler zich steeds meer is gaan voegen in de uitzonderlijke context van de twintigste eeuw. De verschijning van Hitler kwam niet out of the blue. Zijn denkwereld had zijn wortels gehad in het typisch Oostenrijkse katholicisme met zijn hang naar zuiverheid en de duistere keerzijde daarvan. Maar een hang naar zuiverheid, uitsluiting en vernietiging zat ook in het modernisme zelf ingeweven.
Iets van de waan van Hitler herhaalde zich in het messianisme met al haar tegenstrijdigheden dat in de jaren zestig opnieuw naar voren kwam. Het paradijs op aarde van liefde en verbroedering, waar de hippies van droomden, ontaardde niet zelden in een inferno. De droom van een morele wedergeboorte eindigde vaak in doodsdrift. Maar ik wil ook de mogelijk ‘helende kracht’ van de waan onderzoeken, wederom in het licht van de het brede betekenisveld dat het woord ‘waan’ kan hebben: van waanidee tot waanwereld, van religieus geloof tot het geloof in een totalitair leiderschap of zelfs een complottheorie. Bestaat er soms een basisstructuur die al deze vormen van waan met elkaar verbindt?