Iets van de waan van Hitler herhaalde zich in het messianisme van the sixties met al haar tegenstrijdigheden. Het paradijs op aarde, waar de hippies van droomden, ontaardde niet zelden in een inferno. Het was de tijd waarin ik zelf in een psychotische waan belandde. Een psychose is in wezen het verlangen naar een verloren vaderland van de psyche dat ten onrechte ooit is verlaten. Die waan kan zich ook aandienen als de mythe van Het Beloofde Land in een onttoverde wereld. Het messianisme gaat gepaard met een roepingsvisioen, waarin een verloren transcendentie kan terugkeren in andere registers van het leven. Dan keert het messiasbeeld zich om in zijn tegendeel, met een radicale ompoling van goed en kwaad.
Zo luidt de korte samenvatting van het derde hoofdstuk uit mijn nieuwe boek Het algoritme van de waan, dat hopelijk in maart a.s. verschijnt bij Uitgeverij Aspekt. De bevrijding van de Duitse bezetting kreeg voor de babyboomers in de jaren zestig een vervolg in het afscheid van de religie. Voor de een leidde dat tot een hernieuwde bevrijding, voor de ander tot een psychose. Ik zat dus aan de verkeerde kant van de geschiedenis.
Bestaat er een tijdloos stramien in het ontstaansproces van de waan, los van historische variabelen of de waan van de dag? Of is er altijd sprake van tijdsgebonden factoren, breukvlakken of stroomversnellingen in de cultuur, bijvoorbeeld – zoals in het geval van mijn eigen psychose – een proces van snelle secularisering? Anders gezegd, hoe verhouden de waan en de religieuze openbaring zich in het algemeen tot elkaar?
Vaak valt mij op dat mensen over hun eigen ervaringen in de psychiatrie beginnen te vertellen, als ik er zelf over begin. Op 4 mei 2013 mocht ik een lezing geven in het ISVW, De Internationale School voor Wijsbegeerte in Leusden. De lezing vond plaats in het kader van een cursus filosofie, waarvoor een groep belangstellenden op leeftijd zich had ingeschreven. Zij waren allemaal geabonneerd op de NRC en verbleven een week lang op het fraaie landgoed van de ISVW. Ook ik heb toen die nacht daar geslapen. Het onderwerp dat ik had gekozen was: Nationaal-socialisme en de wortels van de Romantiek. Het zou het begin worden van mijn fascinatie voor de geestesgesteldheid van Adolf Hitler. Tijdens de lezing, waarin de gestoorde geest van Hitler uitgebreid aan de orde kwam, liet ik terloops weten dat ikzelf als puber een psychose had gehad en dat ik – samen met twee co-auteurs – mijn herinneringen daaraan op schrift had gesteld in een boek.
Toen ik de volgende ochtend wilde wegfietsen, kwam er een vrouw naar me toe om te vragen wat de titel was van dat boek dat ik mede had geschreven. Haar zoon was enkele maanden tevoren ook getroffen door een psychose en ze maakte zich daar grote zorgen over. Het was voor haar een geruststelling dat je na een psychose op latere leeftijd ook nog lezingen kon geven. Ook toen ik nog les gaf op de Avondacademie van Minerva heb ik vaak gemerkt dat mensen na afloop naar mij toe kwamen, als ik vertelde dat ik zelf ooit een psychose heb gehad. Dat was een hele geruststelling om te horen, omdat ze zelf of in hun naaste familie ook iets dergelijks hadden meegemaakt.
Religieuze openbaringen gaan vaak gepaard met ondergangsvisioenen en beide komen voor in de waanwereld van schizofrenen en psychotici. De angst om weggevaagd te worden zou een grondoorzaak kunnen zijn voor zowel het radicaliseringsproces in de religie, als het ontstaan van een waan. Maar hoe zat het nu met de waan van Hitler? De vraag is niet dan hoe een vergaande psychische ontsporing gepaard kan gaan met het plotseling verkrijgen van messianistische inzichten, maar hoe in sommige gevallen deze inzichten tot fatale gevolgen kunnen leiden in de loop van de geschiedenis. Kortom, wat is het verband tussen de waan en het kwaad? Wat is eigenlijk een waan? Wie dat weet heeft misschien ook wel het antwoord op de oudste vraag in de wereld: waar komt het kwaad vandaan?
PS. De eerste aanmeldingen voor mijn boek zijn binnen, maar we zijn er nog niet. Zie mijn blog: Voorintekening van start