Januari, Februari, Maart…
‘Ik ben verbijsterd dat je aanhoudende intellectuele analyses leest over de woelige toestand in de wereld, over democratie, rechtstaat en geopolitiek, maar nooit worden daarin begrippen als kunstmatige intelligentie, digitalisering, internet of algoritmen genoemd. Nooit!’
Aldus Maxim Februari in een interview in de Volkskrant van gisteren naar aanleiding van zijn nieuwe boek Doe zelf normaal. Als ik dit lees moet ik denken wat Generaal George S. Patton in gedachten zei tegen Edwin Rommel bij een vernietigende tankslag in Tunesië: “Rommel, You Magnificent Bastard. I Read Your Book!” Tegen Maxim Februari zou ik willen zeggen: Read my book! Hier gaat mijn nieuwe boek over: het algoritme van de waan. Er is in de laatste jaren een hele bibliotheek volgeschreven over de impact van internet, digitalisering, kunstmatige intelligentie of algoritmen op ‘de woelige toestanden in de wereld’. Maar ook over de fabeltjesfuik van de digitale bubble.
Maxim Februari is zelf the boy in the bubble. Hij kijkt niet om zich heen en roept maar wat. Maar wie ben ik? Geen Maxim Februari. Ook geen Maxim Januari of Maart. Wie zegt eigenlijk wie die ‘ik’ in werkelijkheid is? Misschien is dit blog wel geschreven door een algoritme? Dat kan zomaar gebeuren. Je hoeft tegenwoordig niet eens een complotdenker te zijn om zoiets te denken. De ‘ik’ die dit schrijft bestaat niet! ‘Ik’ ben een vlinder op internet. Of droom ik dat soms? Wie ben ‘ik’?
Gisteren las ik een paar teksten van Zuang Zi in het wonderlijke boek van Kristoffer Schippers over het taoïsme. Ik las over een droom die Zuang Zi ooit heeft had. Hij droomde dat hij een vlinder was, waarna hij niet meer wist of hij Zuang Zi was die droomde dat hij een vlinder was, dan wel een vlinder die droomde dat hij Zuang Zi was. Hij concludeert dan: ‘Tussen mij en vlinder bestaat noodzakelijkerwijs een onderscheid; dit is wat men noemt de transformatie van de vlinder. En even verderop:
“O mijn Meester, mijn Meester, die zonder geweld de tienduizenden schepsels verbrijzelt, die liefdeloos de tienduizenden generaties bevrucht. Die ouder is dan de oudste oudheid en nochtans niet oud. Die de Hemel bedekt en de Aarde draagt, die alle vormen heeft geschapen en nochtans niet bekwaam is. Dit is de vreugde van de natuur en daarom wordt er gezegd: ‘Voor hen die de vreugde van de natuur kennen, is leven een spontaan gebeuren en sterven de transformatie van de schepsels’.”
Ik vond dat een mooie gedachte: de transformatie van de schepsels. Sterven is een transformatieproces. Maar is alleen het sterven dat? Wie regelmatig schrijft op internet meet zichzelf een nieuwe identiteit aan. Het ‘ik’, dat ik ben op het net, is een soort gedroomd ‘ik’, dat een vreemde dubbele werkelijkheidsstatus heeft. Dit ‘ík’ is reëel en virtueel tegelijk, zoals ook een ‘ík’ in een lucide droom ‘reëel’ en ‘virtueel’ tegelijk is. In die zin heeft de alternatieve ‘ik-ruimte’, die internet te bieden heeft, iets taoïstisch. Toch is de internet-ruimte geen gedroomde werkelijkheid, maar een aparte werkelijkheid binnen de werkelijkheid zelf, een nieuw domein dat tot een andere dimensie behoort en tegelijk interfereert met de driemensionale , ‘normale’ werkelijkheid.
Deze psychologische ‘psycho-ruimte’ van internet is wat anders dan de pure virtualiteit, zoals de internet-ruimte doorgaans wordt benoemd. Het is in feite een hybride ruimte die tegelijk virtueel en psychologisch is, en in die zin zich elders ‘bevindt’, voorbij alle reële dimensies.
Sloterdijk verkent in zijn boek Sferen voortdurend dit soort hybride psychologische dubbelruimtes, ruimtes die zich enerzijds in de normale realiteit bevinden en anderzijds niet onderworpen zijn aan de ‘normale’ fysische ruimte-beperkingen. Wat de complicaties zijn van deze nieuwe psycho-ruimte, die internet te bieden heeft, is nog lang niet duidelijk. Het zou een aardig idee zijn om vanuit de taoïstische filosofie de psychologische virtualiteit van internet eens nader onder de loupe te nemen.
De reguliere internet-filosofie oriënteert zich doorgaans op het historisch arsenaal van fysische ruimte-opvattingen. Zo zou de middeleeuwse ruimte-opvatting, waarin de fysische ruimte overkoepeld wordt door een spiritueel universum, enige gelijkenis vertonen met de nieuwe virtuele ruimte-opvatting van internet. Dit soort beschouwingen gaat echter voorbij aan de intrinsieke verwevenheid van de psyche en de internet-virtualiteit. Sloterdijk heeft het over de ‘Met-ruimte’ van de psyche.
Er is altijd iets ‘met mij” iets wat het ‘ik’ in diepste wezen omgeeft, een soort restant-ruimte van de baarmoeder, een virtueel embryo dat als een gebroken eierschaal achter blijft bij de – tot een ‘ik’ geboren – psyche. Die embryonale eierschaal – of kosmische achtergrondstraling van de psyche – keert vreemd genoeg in een andere gedaante terug als je jezelf een nieuwe identiteit aanneemt op internet. Dit nieuwe ‘ik’ blijft dan met een vreemde navelstreng met het oude ‘ík’ verbonden. Zo leef je tegelijk binnen en buiten het oude embryo, dat wil zeggen: in de echte wereld en tegelijk ook niet. Terwijl ik dit schrijf, zweef ik in een oneindig universum, terwijl ik tegelijk met beide benen op de grond sta.
Onderwijl blijf ik zitten met de gedachte dat ik u niet ken en u niet mij. Wie zegt dat ik niet uit mijn nek klets en hier op dit weblog een fake-wereld creëer? Achter het scherm van je computer kun je heel iemand anders worden. Een monster. Een goeroe. Een priester. Een klootzak. Internet is een nieuwe psychologische ruimte, daar helpt geen lieve moeder aan.
Wie bent u eigenlijk ? Een kantoorklerk? Een captain of industry? De hoofdredacteur van het Friesch Dagblad? Een gefrustreerde Fransoos die in Friesland een doorstart zoekt voor zijn gestrande carrière? Een dichter die niet dichten kan? Een mens zoals ik? A stanger in the night?
Laat mij gedenken dat ik een nietig schepsel ben dat ooit rondzwom in de kloten van mijn vader en nu voort dwaalt in deze onbestemde ruimte van het internet. Op weg naar… ja, naar wat eigenlijk? Op weg naar niets wellicht. Het grote NIETS. Maar wat is het GROTE NIETS, als niets NIETS is en tegelijk ook niet NIETS, want niets is NIETS…
Soms denk ik, zal ik stoppen met dit blog? Maar dan: waarom, waarom, waarom? Ik zal dit blijven doen zolang ik niet in een leunstoel zit. Ik ben nu nog springlevend, straks ben ik dood. Op weg naar de volgende transformatie! Als een vlinder op internet. Dat is heel normaal volgens het algoritme van de waan. Kom uit uit je bubble! Zo is het maar net, ook met alles wat je uitkraamt in de virtuele ruimte, of zelfs in een boek. Kijk eerst eens goed om je heen voordat je je eigen waarheid gaat creëren. Januari, Februari, Maart…Doe zelf eens normaal !
*
Voor de presentatie (met lezing) van mijn boek Het algoritme van de waan. Naoorlogse geschiedenis van een babyboomer zomer op 28 februari a.s. is nog een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. De toegang is gratis. Voor opgave zie: de site van Tresoar