`s Werelds heerlijkheid verglijdt…in een mum van tijd. Die uitspraak onder het tweetal iconen van de Spaanse schilder Valdés Leal vormt het uitgangspunt van het laatste boek van Robert Lemm. Daarin confronteert hij het utopisch vooruitgangsgeloof met de ontnuchtering van het reactionaire denken. Het is zoals de ridder Don Quichot die de wereld wilde genezen, maar op zijn sterfbed ontdekte dat hij van de wereld moest genezen. Dat de droom loont, en de werkelijkheid niet verkoopt, mag waar zijn, maar het is geen reden voor pessimisme. Het kwaad is immers geen argument tegen het bestaan van de Voorzienigheid.”
Zo wordt het nieuwe boek van Robert Lemm aangekondigd: Desengaño. Het verschijnt over anderhalve week. Desengaño is een Spaans woord en betekent ‘ontwaken uit de waan’. In dit geval ‘de waan van het idee dat de wereld voor verbetering vatbaar is’. Het idee van ‘de vooruitgang’ dus. Lemm publiceerde zo’n dertig boeken ‘waarin geschiedenis, literatuur, filosofie en religie broederlijk samenwonen’. Ik leerde hem kennen na het verschijnen van mijn boek Modernisme in Lourdes, Gerard Reve en de secularisering. Dat is inmiddels al weer tien jaar geleden.
Een paar dagen geleden ontving ik een lange mail van hem. Hij had mijn boek Het algoritme van de waan ontvangen en meteen helemaal uitgelezen. Zijn mail is niet alleen een zorgvuldige recensie van mijn boek, maar ook een aankondiging van het nieuwe boek van hemzelf, dat ook over een vorm van waan handelt. Vandaar dat ik de vrijheid neem om deze bijzondere reactie van Robert Lemm vrijwel integraal op mijn blog te citeren. Hij luidt als volgt:
Zojuist je boek gelezen. Je haalt heel wat naar boven. De titel had ook kunnen zijn “De lange schaduw van Hitler”. De titel “Het algoritme van de waan” bracht me tot een mogelijk verband met mijn aanstaande en laatste boek dat over anderhalve week verschijnt, en dat ook over waan gaat. Maar dan over de waan van het idee dat de wereld voor verbetering vatbaar zou zijn. In het algemeen, sinds de Verlichting. Vóór die tijd geloofde niemand in de vooruitgang.
De waan in jouw boek slaat, als ik het goed begrijp, op Hitler en alles en iedereen sindsdien, tot en met Poetin. Vanaf de naoorlogse fictie ipv feiten, tot en met de religie en alles ertussen in, waaronder de complotdenkerij. De waan omvat, zoals je zegt, het kwaad. Waarheid moet een zoektocht blijven, vindt men in onze postmoderne tijd. Uiteindelijk wordt ieder zijn eigen waarheid, en zijn eigen werkelijkheid. Wat delen we nog?
Het gaat over de verwende generatie van 68, de verbeelding aan de macht, zoals ze in Parijs schreeuwden, tot en met de Rote Armee Fraktion en rode Rudi in Berlijn. Vrije seks, drugs, onecht schuldgevoel over wat er sociaal niet deugde en deugt.
Wat mij het meest trof was je hoofdstuk over de ondergang van het katholicisme en de daarop volgende waan van het nieuwe heidendom. Die tijd heb ik, geboren in 1945, ook beleefd. Daaraan knoop ik zelf vast het failliet van de heersende naoorlogse literatoren (die nu niet meer gelezen worden door de twintigers en dertigers en veertigers). Dat rijke roomse leven van de jaren 50 was al een waan, zoals te lezen in het vooroorlogse aangrijpende boek “Verworpen christendom” van Henri Bruning. Je somt populaire priesters op die meeliepen met de afbraak, alsook theologen die niet meer geloofden. Ze behoren inmiddels tot de vergetelheid. Men haat het Geloof niet meer, zoals in de jaren 60. De nieuwe generaties zijn in dezen compleet onwetend.
Mijn vraag is of jij die situatie, dat verdwijnen van het christendom betreurt. Mijn boek, dat de titel Desengaño (ontwaken uit de waan) draagt, klampt aan bij het oude, middeleeuwse christendom, de wereldverachting. Er is nu een nieuwe belangstelling voor het christendom onder jongeren. De kerk die ik bezoek, met de Tridentijnse Liturgie, zit iedere zondag – twee gezongen missen gevolgd door een stille mis – vol met vooral jonge echtparen en kleine kinderen en veel bekeerlingen uit het protestantisme, en zelfs een paar moslims. Ze komen uit het hele land, van verre, naar Amsterdam, de stad waar alles kan, ook de traditie!
Mijn reactie aan hem luidde als volgt:
Dank voor deze bijzondere en zorgvuldige reactie op mijn boek. Je bent de eerste en aan jouw mening hecht ik grote waarde.
Wat je vraag betreft of ik het verdwijnen van het christendom betreur, het volgende.
Ja dat betreur ik, vooral ook vanwege het verdwijnen van transcendentie. Ik denk ook dat er veel overeenkomsten zijn tussen het interbellum en de huidige tijd. Ook in het interbellum beleefde het christendom – en vooral ook het katholicisme – een doorstart. Ik weet niet zoveel over Henri Bruning, maar wel iets over de golfbeweging van de tijd waarin zijn denken plaats vond.
De in 1931 verschenen Encycliek Quadragesimo Anno, waarin paus Pius XI het ideaal van een corporatieve samenleving schetste, was voor veel jonge katholieken het signaal van een maatschappelijke radicalisering, soms ook van ontsporing. Maar het is heel makkelijk om daar nu een moreel voordeel over te vellen. Bruning kreeg na de oorlog een schrijfverbod van tien jaar opgelegd. Mijn leraar klassieke talen, Gerard Wijdeveld, werd nog zwaarder gestraft. Hij kreeg twee jaar internering en tien jaar ontzetting uit de kiesrechten.
Maar zoals ik ook mijn mijn boek schrijf, hij was een uiterst vriendelijke man, een zeer kundig leraar ook. Ik heb nadien nooit meer iemand ontmoet die zo erudiet was als hij. Hij kon zo maar een uur lang voor de vuist weg vertellen over Augustinus of het manicheïsme, maar ook over meer eigentijdse zaken als de waarde van poëzie of het gevaar van epigonisme.
Ik denk dat het katholicisme in de jaren zestig een afslag heeft gemist. ‘De grote sprong voorwaarts’ van Paus Johannes XXIII werd een ‘sprong in het duister’, vooral door de razendsnelle secularisering, waarin dit nieuwe theologische denken werd meegesleurd. Een nieuw evenwicht is nadien nooit meer gevonden, ook niet door de huidige paus.
Ik ken een aantal schoolgenoten van het Ignatiuscollege die zich beschadigd voelen door het katholicisme van hun jeugd, soms zelfs doordat zij letterlijk seksueel misbruikt zijn. Die catastrofe is nooit echt goed – en ook inhoudelijk – geëvalueerd. De houding van de katholieke Kerk ten aanzien van de seksualiteit is nog steeds niet op orde. En dat betreur ik zeer.
Toch begrijp ik de huidige belangstelling onder jongeren. Zelf heb ik ook nooit echt afscheid genomen. Belangstelling heb ik nog steeds. Al groeit ook mijn belangstelling voor de Joodse theologie, zoals je ook in mijn boek hebt kunnen lezen. Hoe dan ook, ik zie uit naar je nieuwe boek en zal het met veel belangstelling lezen.
Nog even dit. Geestesziekte en religie verhouden zich tegenover elkaar als de spreekwoordelijke kip tot het ei. Is volgens de één geloof voorwaarde en hoeder van geestelijke gezondheid, voor de ander is het godsgeloof juist een zwakke vorm van geestesziekte. Vanuit beide perspectieven kun je spreken van een ontwaken uit een waan. Geloof of ongeloof, vanuit mijn huidige optiek doet het verschil tussen die twee er niet zoveel meer toe.
*
Voor het bestellen van het boek Desengaño. De wereld is niet voor verbetering vatbaar, zie: HIER.