Ik droomde dat ik Augustinus zag

Als Augustinus, een van de meest invloedrijke theologen en filosofen van het christendom, in onze tijd zou terugkeren, zou hij waarschijnlijk de complexiteit en diversiteit van onze moderne samenleving observeren en zich afvragen hoe deze zich verhoudt tot zijn eigen ideeën en geschriften.

Een van de belangrijkste concepten van Augustinus was zijn theologie van de geschiedenis, die betoogde dat de menselijke geschiedenis in wezen de strijd was tussen twee rijken: het rijk van God en het rijk van Satan. In de moderne tijd zou hij waarschijnlijk kijken naar de verschillende ideologieën en religies die tegenwoordig bestaan en zich afvragen hoe deze passen in zijn theologie van de geschiedenis.

Daarnaast zou Augustinus waarschijnlijk ook kritisch kijken naar de manier waarop moderne technologieën en media ons leven beïnvloeden en veranderen. Hij zou zich afvragen hoe we ons kunnen beschermen tegen de negatieve effecten van deze invloeden en hoe we onze spiritualiteit en moraliteit kunnen behouden in een wereld die steeds meer gedomineerd wordt door technologie en media.

Over het algemeen zou Augustinus zich waarschijnlijk richten op het belang van de menselijke spiritualiteit en moraliteit, en hoe deze kunnen worden behouden en ontwikkeld in de moderne wereld. Hij zou ons eraan herinneren dat de zoektocht naar God en spirituele verlichting een essentieel onderdeel is van het menselijke leven, ongeacht de tijd of plaats waarin we leven.

Dat antwoordde ChatGPT op mijn vraag: ‘Wat zou Augustinus schrijven als hij in de huidige tijd zou terugkeren?’ Je moet oppassen met het publiceren van dit soort teksten. Gisteren werd werd bekend dat de hoofdredacteur van het Duitse roddelblad Die Aktuelle op staande voet ontslagen vanwege de publicatie van een nep-interview op met oud-Formule 1-coureur Michael Schumacher. De tekst was aangeleverd door ChatGPT. Onder het interview stond met kleine letters vermeld dat het ging om een nep-interview, maar dat  mocht niet baten. De familie van Schumacher dreigde onmiddellijk met juridisch stappen. In het geval van Augustinus, die leefde van 354 tot 430, lijkt mij de kans klein dat er nog een verre nazaat van hem naar de rechter stapt.

Er gaan overigens al stemmen op die er voor pleiten om het gebruik van artificiële intelligentie aan banden te leggen omdat deze technologisch revolutie weldra zal leiden tot grove schendingen van het auteursrecht. Met dit soort algoritmes kunnen immers nieuwe vormen van kunst en literatuur worden gecreëerd uit reeds bestaande producten. Zo bezien past artificiële intelligentie het bestaansrecht van kunstenaars en schrijvers aan. Maar dat is nog niets vergeleken met de dreiging van nep-nieuws en complottheorieën die wellicht nog verzonnen en verspreid zullen gaan worden door artificiële intelligentie. Ongemerkt ontstaat er  op deze wijze een tweede werkelijkheid, een nieuwe bovenlaag van de tijd, waarin niets meer hetzelfde blijft. 

Ooit ontving ik een brief van en advocaat omdat ik op dit weblog het nep-nieuws had verspreid dat de Gysbert Japicxprijs was toegewezen aan Tsead Bruinja. Dat waren nog eens andere tijden. Nu is alles mogelijk als het om nep-nieuws gaat. Alles gaat veranderen met de komst van de kunstmatige intelligentie.  Ik denk dat Augustinus, als hij zou terugkeren naar deze tijd, zeker zou waarschuwen voor deze gevaarlijke  ontwikkelingen. Wonderlijk dat ChatGPT dit niet vermeldt in zijn antwoord op mijn vraag. Ook in de tijd van Augustinus voltrokken zich grote veranderingen. De veranderlijke tijd in het hier en nu, werd uitgebreid met een eeuwige tijd boven de tijd. Dat wil zeggen, de naderende eindtijd die na de strijd tussen de twee steden – goed en kwaad –  deze tijdelijke wereld zou overnemen. 

In zijn boek Wandlungen und Symbole der Libido (1913)  heeft Jung gewezen op de ingrijpende transformatie binnen de menselijke psyche die zich in de late Oudheid heeft voltrokken. De geestelijke energie werd anders gestructureerd volgens archetypische patronen. De religieuze ervaring werd in die heidense tijd vaak opgevat als een  lichamelijke vereniging met de godheid. Allerlei cultussen waren doordrenkt van seksualiteit en het morele verval dat daaruit voorkwam riep een tweeledige reactie op.

Enerzijds kreeg het lustvijandige christendom de wind in de zeilen en anderzijds het heidense mithraïsme met zijn mysteriediensten. Beide religies hadden eenzelfde doel. Dat was, zoals Jung het formuleert: ‘een hogere 
vorm van gemeenschap in het teken van een geprojecteerd (‘vleesgeworden’) idee (logos), waarbij alle sterkste driften van de mens dienst
baar gemaakt konden worden aan de instandhouding van de maatschappij-driften, die hen voorheen meesleurden van de ene hartstocht naar de andere.’

In dit verband wijst Jung op een passage in de Belijdenissen van Augustinus, waarin het verhaal wordt verteld van Alypius die bezweek voor de verleidingen van de gladiatorenspelen.  Ik heb die passage nog eens opgezocht in de vertaling van Gerard Wijdeveld. Het is een treffende metafoor voor de huidige spektakelmaatschappij:

Want mét dat hij daar bloed 
zag, dronk hij meteen een diepe teug onmenselijkheid in; 
hij wendde zich niet af, maar bleef kijken en de wilde 
razernij inzwelgen zonder nog van iets te weten, en verlustigde zich in het misdadig gevecht en bedronk zich 
aan bloedige wellust. En hij was al niet meer de man die 
daar was gekomen, maar één uit de massa bij wie hij was 
gekomen en voluit de metgezel van degenen door wie 
hij daar gebracht was. Waarom zou ik nog meer zeggen? Hij keek, hij schreeuw
de, hij kwam in vuur en vlam en bij het weggaan droeg 
hij de verdwazing met zich mee, die hem zou prikkelen 
om terug te komen, niet alleen maar samen met degenen 
door wie hij eerst was meegetrokken, maar zelfs voor 
hen uit en anderen meetrekkend.

De een zijn dood is de ander zijn brood. Dat oude gezegde past bij uitstek bij een tijd waarin het volk vraagt om brood en spelen. De tijd waarin Augustinus leefde was de tijd van de gladiatoren, de tijd ook waarin het christendom tot bloei kwam. Sterker nog, zonder het verval van de klassieke beschaving had het christendom niet kunnen ontstaan. Op lange termijn bezien is met de verschijning van het christendom een tweeslachtig idee ontstaan over de verhouding tussen het natuurlijke en het bovennatuurlijke. Het katholicisme heeft de God vermenselijkt met zijn incarnatie-begrip en triniteitsleer. Zo werd een zijnscontinuüm geschapen tussen het zichtbare en het onzichtbare, tussen de wereld van het ‘hier en nu’ en de transcendentie van de tijdloze eeuwigheid.

Anderzijds kon door de christelijke analogie van God en mens, van het bovennatuurlijke en het natuurlijke, uiteindelijk de goddeloze wereld van de wetenschap juist in het hart van het christendom ontstaan. Dit tweeslachtige christendom, was van oudsher geen eenduidige leer, eerder een vergaarbak van waardevolle bestanddelen van concurrerende sekten, zoals Mithrasdienst, Isisdienst en de Eleusische mysteriën. Het heeft zich pas als een curieus theologisch systeem geformeerd in een tijd dat de klassieke beschaving op zijn eind liep, het Romeinse Rijk ten onder ging en bij menigeen het idee ontstond dat caritas en barmhartigheid het meest probate tegenwicht vormden voor een samenleving die zijn sociale cohesie stilaan verloor.

In de late Oudheid heeft het de gemeenschapsideaal van het christendom uiteindelijk kunnen zegevieren omdat de klassieke beschaving in verval verkeerde. De samenleving dreigde te bezwijken door machtswellust, geweld, agressie, hedonisme en het zich massaal verlustigen aan gruwelijke spektakels. De gladiatorenspelen in Rome waren bij uitstek het symptoom voor een beschaving in verval. Het was reality-tv, maar dan zonder camera’s. Het spektakel van gladiatorenspelen was in veel opzichten de voorloper van onze huidige spektakelmaatschappij, waarbij het ook gaat om de bevrediging van de meest primaire lusten en behoeften van de massa. Brood en spelen roepen als reactie een verlangen op naar mystiek en mysterie. Als het de aardse werkelijkheid te rauw wordt, ontstaat er vanzelf een onaardse ontsnappingsroute

De opkomst van de artificiële intelligentie is wellicht de laatste stap voorwaarts in de ontwikkeling van onze spektakelmaatschappij. De voortschrijdende techniek is niet te keren, zoals ook het economisch leven voortraast volgens zijn eigen wetten, en de de levende natuur onhoudbaar afstevent op een ecologische apocalyps. Onze hoogontwikkelde cultuur verraadt tegelijk een geur van verval. Zo bezien is de opkomst van het christendom in de late Oudheid heel goed te vergelijken met de huidige wereldwijde opkomst van artificiële intelligentie.

De grote revolutie, die dit teweeg zal brengen, zal niet alleen alle grenzen tussen nieuws en nep-nieuws, maar uiteindelijk ook tussen waan en werkelijkheid  wegnemen. Daardoor zal het quasi-religieuze complotdenken, dat tijdens de pandemie van het corona-virus al de kop opstak, een wereldwijde impuls krijgen, een ontwikkeling die vergelijkbaar is met de doorbraak van het christendom in de tijd van Augustinus. Ook toen ontstond er een tweede werkelijkheid, een tweede vorm van tijd buiten de tijd van leven en dood. De collectieve waan is niet alleen een wanhopige poging tot ontsnapping, maar niet zelden ook het eerste symptoom van de ondergang. 

Let wel, deze voorspelling is niet van ChatGPT, maar van mijzelf. Ik had een nachtmerrie vannacht. Ik droomde dat ik Augustinus zag en in een flits alles begreep.