In de romans van Harry Mulisch speelt de ervaring van tijd een significante rol. Mulisch was een Nederlandse schrijver die bekend stond om zijn filosofische en complexe verhalen. Hij onderzocht vaak existentiële thema’s en de relatie tussen verleden, heden en toekomst.
Een van de manieren waarop Mulisch de ervaring van tijd in zijn romans verkent, is door te spelen met de lineaire tijd. Hij maakt gebruik van flashbacks, flash-forwards en parallelle verhaallijnen om de chronologie van gebeurtenissen te verstoren en lezers bewust te maken van de subjectiviteit van tijd. In zijn roman “De ontdekking van de hemel” bijvoorbeeld, wordt de tijd op een niet-lineaire manier gepresenteerd, waarbij het verleden, heden en toekomst met elkaar verweven zijn.
Mulisch’ personages worden vaak geconfronteerd met het besef dat tijd een ongrijpbaar concept is en dat het verleden invloed heeft op het heden en de toekomst. Ze worden geconfronteerd met historische gebeurtenissen, zoals de Tweede Wereldoorlog, en de erfenis van het verleden weegt zwaar op hun leven. Dit brengt existentiële vragen met zich mee over de aard van tijd, identiteit en het menselijk bestaan.
Daarnaast maakt Mulisch gebruik van mythologische en symbolische elementen om de complexiteit van tijd te verkennen. Zijn romans zijn doordrenkt van verwijzingen naar mythes, religie en kunst, die de tijdloze aard van menselijke ervaringen benadrukken.
Kortom, in de romans van Harry Mulisch speelt de ervaring van tijd een centrale rol. Hij onderzoekt de subjectiviteit en complexiteit van tijd, en laat zien hoe het verleden, heden en toekomst met elkaar verweven zijn en invloed uitoefenen op het leven van zijn personages.
Zo luidt het antwoord van ChatGPT op mijn vraag: ‘Welke rol speelt de ervaring van tijd in de romans van Harry Mulisch?’ Geen gek antwoord, daar is over nagedacht, voorzover Ghat GPT kan nadenken natuurlijk. Over de vraag of dat zo is, wordt tegenwoordig heel wat gedebatteerd. Sommige grote namen op het terrein van AI (bijvoorbeeld Yann LeCun, Rodney Brooks, Noam Chomsky) onderschatten de mogelijkheden van grote taalmodellen ernstig, zo las ik gisteren ergens op internet. (zie: hier)
LeCun beweert dat ChatGPT geen onderliggend wereldbeeld heeft. Alles wordt alleen maar opgezocht, er is dus geen semantisch begrip. Maar wat is een wereldbeeld? Volgens de dadaïst Walter Serner waren wereldbeelden slechts verzamelingen van lossen woordjes. Dat is precies wat ChatGPT doet: verzamelen van losse woordjes. Maar terug naar de ervaring van tijd in het werk van Harry Mulisch. Die ervaring komt bijvoorbeeld tot uiting in deze zin uit zijn roman Het stenen bruidsbed (1959)
‘Wij zijn ergens in de ruimte, waar ik fosforiseer, tussen Duif en Hercules, november 1956, 11 minuten over half negen, – daar brandt voorgoed mijn lampje, met u in deze zaal, neen, neen van een ander met een ander in een andere zaal – wanneer u vlug naar het raam loopt, ziet u het misschien nog over de puinhopen verdwijnen in de nacht.’
Dit fragment suggereert een soort kosmische tijdsbeleving, waarin verschillende momenten en locaties samenkomen. De vermelding van specifieke tijd- en plaatsaanduidingen, zoals “november 1956, 11 minuten over half negen”, suggereert een bepaalde precisie en vaststelling van tijd, maar de zin suggereert ook dat tijd niet lineair is en dat gebeurtenissen zich op verschillende plaatsen en momenten kunnen voordoen.
Dit wordt geïllustreerd door de vermelding van de ervaring van het fosforiseren ergens in de ruimte, tussen Duif en Hercules, evenals de verwijzing naar het zien van iets verdwijnen in de nacht, wat een niet-lineaire perceptie van tijd impliceert. Al met al toont dit fragment een complexe en gelaagde opvatting van tijd, waarin verschillende tijdsdimensies met elkaar verweven lijken te zijn. Maar ook de verwondering over de ervaring van tijd op zichzelf.
Hoe kun je de tijd beschrijven terwijl de tijd al voorbijgaat als je schrijft? Waarom zou men de tijd niet in termen van ruimte uitdrukken? Het leven ligt als een spiralende spiraal uitgedraaid in de ruimte van het heelal. Als wij iets denken is het ieder seconde al een ander die dat denkt, in een andere zaal, in een ander stad. De tijd en de beleefde tijd lopen nooit parallel. Wie op reis gaat merkt dat zijn ziel een tragere reistijd heeft en pas later aankomt. Wij vluchten in ons leven in een sneltrein onze ziel vooruit, want de ziel gaat altijd te paard…
Maar er is nog iets. Het wereldbeeld achter deze passage wordt gekenmerkt door een combinatie van existentialistische en surrealistische elementen. Dit fragment weerspiegelt een gevoel van existentiële verwarring, vertwijfeling en desoriëntatie, waarbij de hoofdfiguur zich ergens in de ruimte bevindt en fosforiseert. Dat zou een metafoor kunnen zijn van het verlies van identiteit en de zoektocht naar betekenis in een onzeker geworden wereld.
De surrealistische elementen komen tot uiting in het vermengen van droomachtige beelden en realiteit. De vermelding van het lampje dat voorgoed brandt, samen met de suggestie van verschillende zalen en het verdwijnen in de nacht, creëert een beeld van het ongrijpbare en mysterieuze. Kortom, het is een heel wereldbeeld is dat in deze ene zin schuil gaat, een intens gevoel van vervreemding, verwarring en de complexiteit van de menselijke ervaring in een wereld die onbegrijpelijk en chaotisch lijkt.
Zou ChatCPT zo’n rijke zin ook zelf kunnen genereren? Of is het zo dat ChatGPT zelf geen wereldbeeld heeft? Ik besloot deze vraag voor te leggen aan ChatGPT zelf. Dit was het antwoord.
ChatGPT heeft geen eigen wereldbeeld of subjectieve ervaring. Het is een taalmodel dat getraind is op grote hoeveelheden tekst om menselijke taal te genereren op basis van de input die het ontvangt. Het model heeft geen bewuste gedachten, gevoelens of begrip van concepten zoals wereldbeelden.
Hoewel ChatGPT in staat is om complexe en samenhangende zinnen te genereren, zoals de zin die je eerder aanhaalde, is het belangrijk op te merken dat het model geen eigen intenties, overtuigingen of perspectieven heeft. Het kan taal genereren op basis van patronen en informatie die het heeft geleerd tijdens training, maar het heeft geen diepgaand begrip van de betekenis of implicaties van de gegenereerde tekst.
Dus hoewel ChatGPT in staat is om zinnen te genereren die rijk en complex kunnen lijken, komt dit voort uit het model dat getraind is op patronen en voorbeelden in de trainingsdata, niet uit een eigen subjectieve ervaring of wereldbeeld.
In tegenstelling tot ChatGPT had Harry Mulisch wel degelijk een wereldbeeld. Hij verwoordde het desolate, naoorlogse levensgevoel wellicht voor pregnant in deze ene zin uit Het stenen bruidsbed. De oorlog had letterlijk een puinhoop achtergelaten, niet alleen in Dresden, waar de roman zich grotendeels afspeelt, maar vooral ook in de ziel van een jonge generatie die de oorlog had meegemaakt als insider en tegelijk als buitenstaander.
Steeds weer duikt er iets op dat je ‘het gelijktijdige van het ongelijktijdige’ zou kunnen noemen. De hoofdpersoon, de Amerikaan Norman Corinth bezoekt een congres in Dresden, de stad waarboven hij gevlogen als boordschutter in een vliegtuig dat bommen losliet in de nacht van 13 op 14 februari 1945. De oorlog was al zo goed als gewonnen, en toch moest dit nog gebeuren. Net als in augustus dat jaar bij de bombardementen in Hiroshima en Nagasaki. Er zijn twee geschiedenissen, zo wordt er verteld in dit boek: de geschiedenis van de tijd en de ontwikkeling, maar ook de geschiedenis die daaronder ligt, de anti-historie van de absurde en wrede despoten zoals Hitler en Nero. En eveneens de geschiedenis van de zinloze wraak. Wat de Joden waren voor Hitler was Dresden voor de geallieerden.
De hoofdpersoon valt voor de Oost-Duitse Helga, die een verleden heeft in een concentratiekamp. De copulatie in bed die onvermijdelijk moet plaatsvinden, wordt gevolgd met een homerische beschrijving van het bombardement op Dresden. Eros en Thanatos vallen samen in de tijd. Maar ook de gevechtsscenes uit de Ilias van Homerus. Corinth voelt zich als Agamemnon op het slagveld, 3000 jaar geleden. De liefde is geen schone schijn aan het oppervlak, maar een drift in de duistere afgrond van de mens. Dat is de echte werkelijkheid, los van alle codes, onder het oppervlak ook van de tijd. Wat is trouwens tijd? “Tijd is voor Zwitsers,” zegt Corinth. Daarmee subtiel verwijzend naar een beroemde scene, gespeeld door Orson Welles in de film The Third Man over de Zwitserse koekoeksklok.
Het stenen bruidsbed was een van de eerste boeken die ik zelf kocht in 1964. De eerste in de reeks van ‘Literaire reuzenpockets‘ van De Bezige Bij en tegelijk ook mijn eerste. Als je het boek nu herleest is het ook wel een erg ‘literaire’ roman, in staccato zinnen geschreven met bloemrijke interrupties in de Homerische gezangen met voor elke strijder een epitheton ornans. Toch ben ik als gymnasiast juist door dit boek pas echt aan het lezen geraakt. Mijn leraar Nederlands was mijnheer Slijpen. Hij wijdde ooit een hele les aan de eerste zin van Het stenen bruidsbed. Die zin luidt als volgt:
‘Een mens werkt, vrijt, slaapt, eet – en overal op aarde wordt inmiddels alchemie bedreven met de dertien letters van zijn naam.’
Een prachtige zin, waarin de gelijktijdigheid van het ongelijkijdige kort en bondig wordt samengevat. Deze zin is sindsdien in mijn geheugen blijven hangen. Wat is die alchemie die met de letters van een naam wordt bedreven? Is het een duister mechanisme dat de wereld draaiende houdt? Een occult alternatief voor een God die in de absurditeit van de naoorlogse wereld ondenkbaar is geworden? Die wereld was aan de totale vernietiging ontsnapt. In 1959, het jaar waarin Het stenen bruidsbed verscheen, ging ook de film Hiroshima mon amour van Marguerite Duras in première. In die film staat het bombardement op Hiroshima centraal, veertien jaar na dato. In Het stenen bruidsbed gebeurt iets vergelijkbaars met het bombardement van de geallieerden op Dresden.
Een man een vrouw beleven het opnieuw, terwijl het verhaal zich voortdurend splitst in twee lijnen: heden en verleden, en daarnaast de realiteit en de Ilias van Homerus. Het bombardement van Dresden is een zwarte bladzijde uit de Tweede Wereldoorlog. De Engelse generaal, die er opdracht toe gaf, kreeg na de oorlog een eigen monument. Het absurde ten top, maar oorlog is het absurde en niets anders. De wereld is vaak absurder dan je zelf in een roman zou kunnen verzinnen. Maar wie was de beul en wie het slachtoffer? Hoe liepen de grenzen precies tussen goed en kwaad? The winner takes it all….en schrijft uiteindelijk de geschiedenis.
Mulisch filosofeerde graag over een fictieve wereld waarin Hitler de oorlog gewonnen had. Zijn roman De toekomst van gisteren (1972) is een verslag van het schrijven van een boek dat hij nooit heeft geschreven – De toekomst van gisteren – een roman die hij zou schrijven als Hitler inderdaad de oorlog gewonnen had. In die fictieve wereld plaatste hij een auteur die schrijft over een naoorlogse wereld na een overwinning van de geallieerden. Tot 1942 was nog lang niet duidelijk, welke van deze twee scenario’s de toekomst in petto had. Die toekomst van gisteren, waarin Hitler heer en meester zou zijn geweest in Europa, had zomaar werkelijkheid kunnen worden, maar het werd uiteindelijk fictie.
Kaart van Europa in 1942
Dat was een spiegelbeeldige verdubbeling van de tijd, de gelijktijdigheid van het ongelijktijdige, waar Mulisch zich na de oorlog steeds meer van bewust werd. Door de nawerking van de oorlog had de tijd voortaan meerdere dimensies gekregen, en de romans van Mulisch getuigden daarvan, telkens weer. Het zou het wereldbeeld worden van de naoorlogse tijd, met de tijdsbeleving van het trauma. En dit was het grootste trauma dat er bestaat. De tijd bleef doorlopen na het mentale einde van de tijd. Het toneelspel van de wereld ging gewoon verder, maar er lagen doodskopen onder de planken.
De tijd zou het centrale thema worden in het werk van Mulisch, meer nog dan het raadsel van Hitler dat hem zijn leven lang zou blijven fascineren. Maar de figuur Hitler was de absolute uitzondering. Hij was letterlijk uit de tijd gevallen. Met zijn laatste roman Siegfried (2001) had Mulisch hem uiteindelijk weten vangen in fictie. Maar het raadsel van de tijd bleef bestaan tot aan zijn eigen dood. In zijn essay Harry Mulisch en het raadsel van de tijd (2011), dat een jaar na Mulsich’ dood verscheen, vraagt Arnold Heumakers zich af: ‘Waarom lukte het Mulisch wel zijn levenslange queeste naar Hitler op althans esthetisch bevredigende manier af te ronden, waarom is het niet gelukt met de vraag naar de tijd?’
De mens is gemaakt van tijd. Het nu bestaat niet. Het sterven is eindeloos, want dood kun je niet zijn. Dan is ‘het zijn’ er immers niet meer. En toch tikt de klok altijd maar door. Zelfs de koekoeksklok van de Zwitsers.