Ameland en de verdwenen boulevard
Dit schilderij van Leo Gestel laat het Amsterdamse Rembrandtplein zien in het jaar 1908. Het lijkt of je kijkt naar een Parijse boulevard. Ik trof het aan in een prachtig boekje dat ik gisteren heb gelezen over de schilders die die zo rond 1910 in Amsterdam moeten hebben gewoond: Japi en Bavink en de doorbraak van de moderne kunst. Het is de inaugurale rede die Ype Koopmans op 1 maart 2013 uitsprak bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar aan de Faculteit van Cultuurwetenschappen in Heerlen. Voor liefhebbers van Nescio is het een beetje een bal demasqué, want zowat alle hoofdfiguren uit de verhalen van Nescio worden hier ontmaskerd. Een stoet van kunstenaars trekt voorbij: Leo Gestel, Piet Mondriaan, Willem Witsen, Jan Sluijters, Jacob Bendien, John Rädecker, Piet van de Hem, Hildo Krop. Ingen Housz en zelfs Germ de Jong van Ameland die kennelijk ook een tijdje in Amsterdam heeft gewoond, op een beroemd adres voor kunstenaars, in de 2de Jan Steenstraat op de zolder van nummer 80 of 82.
In 1926 verhuisde Germ de Jong (1886-1967) naar Brunoy, een plaatsje even gelegen buiten Parijs. In die tijd moet hij ook het schilderij Impression de Boulevard hebben geschilderd dat ooit deel uit maakte van de provinciale collectie van de Provincie Friesland. Germ de Jong schilderde vaak het straatleven van Parijs met zijn grote boulevards met flanerende dandy’s en volle terrassen. Het schilderij Impression du Boulevard‘ hing tot begin februari 1987 in het toenmalige gebouw van Omrop Fryslân aan de Groeneweg in Leeuwarden, het pand waar tegenwoordig het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL) is gevestigd. In het radioprogramma De Koperen Tún was kort tevoren uitgebreid aandacht besteed aan de schilder Germ de Jong, waarbij de presentator niet naliet te vermelden dat er in het gebouw van de Omrop een prachtig werk van deze schilder te bewonderen was. Enige tijd later was het spoorloos verdwenen. De waarde werd destijds geschat op 20.000 gulden. Ik denk dat het nu heel wat meer waard is.
Germ de Jong, Impression du Boulevard, olieverf, 72 x 100 cm, z.j., aangekocht door de Provincie Fryslân in 1960 (nog altijd spoorloos)
Germ de Jong is een van de meest begaafde kunstenaars die Friesland heeft voortgebracht. Hij werd in Sint Jacobiparochie geboren, maar hij verbleef vaak op Ameland, zeker in de zomer. Hij kan dan ook met recht een Amelander schilder worden genoemd, al heeft hij heel wat meer van de wereld gezien dan dit ene desolate eiland. En toch, van alle waddeneilanden is Ameland van oudsher het eiland dat kunstenaars het meest heeft aangetrokken, maar ook de meeste kunstenaars heeft voortgebracht. Niet alleen Germ de Jong, maar ook Leendert Scheltema, Henri Frederic Boot, Otto Hanrath, Johan Hemkes, en Tames Oud, zij allen gingen er prat op een Amelander kunstenaar te zijn, ook al waren ze lang niet allemaal geboren op Ameland. En ook als ze er wel geboren waren, zoals Tames Oud, die er als tiener al wegtrok om de wijde wereld te ontdekken, ze bleven dromen van dat wonderlijke landschap, de duinen, de zee, van het kale silhouet van die vreemde eenzame bomen tegen een grijze winterlucht langs de kant van de weg naar Hollum.
Tames Oud, Ameland, 1945
Zo’n dertig jaar gelden heb ik in Nes op Ameland een lezing mogen houden over de Amelander kunstenaars. Het was een wonderlijk ervaring. Het leek alsof ik me op een andere planeet bevond. Ik overnachtte in een hotelletje in Nes en de volgende dag was het steenkoud. Ik ben toen helemaal van Nes teruggelopen naar de boot. Ameland heb ik toen tot op het bot kunnen ervaren. Kort daarvoor werd ik ik door de toenmalige burgemeester van Ameland, Michiel Zonnevylle, rondgeleid door het gemeentehuis, waar een collectie van Amelander kunstenaars was te zien. Het was een hobby van Zonnevylle om die kunst te verzamelen. Wat er inmiddels van die collectie gekomen is, weet ik niet. Weten ze op Ameland wel wat ze daar in huis hebben? Ameland lijkt gemaakt voor kunstenaars. Het is een eiland waar je niet alleen de wereld opnieuw kunt ontdekken, maar vooral ook jezelf. Het Amelandgevoel is moeilijk te benoemen. Misschien zit het wel in ieder mens. Misschien is het alleen maar door een kunstenaar uit te drukken. Of het moet een dichter zijn, zoals Gerard den Brabander, die ooit de volgende woorden schreef over het werk van de schilder Germ de Jong:
En schiep ons boerderij en schelf
En het woelen van de zee en stranden
En wist het niet en was het zelf.
Germ de Jong, Ameland, 1951
Ook de Friese dichter Douwe Kalma had een bijzondere band met Ameland. Heel zijn leven verlangde hij terug naar dit eiland, dat in zijn dromen samenviel met het mythische eiland Forsete, dat ooit naast Helgoland moet hebben gelegen, en zo tot de oudste grond van de Friezen moet hebben behoord. Hjj schreef gedichten over de herfst op Ameland, maar ook een toneelstuk over zijn geliefde eiland met de veelzeggende titel ’Noarderljocht’ (Noorderlicht). Ameland is een plek die blijkbaar een dichterlijk soort heimwee kan oproepen, ook als je er niet eens geboren bent. Amelander ben je dan ook niet door geboorte. Je moet het worden tijdens je leven. Eens weet je wat het is door in de verlatenheid van dit landschap een bijzondere ervaring op te doen, een gewaarwording van de natuur die een onuitwisbare indruk achterlaat. Dat was ook pre cies wat Douwe Kalma in zijn jonge jaren op Ameland is overkomen. Toen hij, komende van de duinen, voor het eerst de Noordzee zag, moet dit voor hem een subliem moment zijn geweest. Een ervaring die hij later als volgt beschreef:
‘Toen na een stuk door vlakke duin weide, wond het pad zich nogmaals omhoog, we liepen in een holte tussen twee hoge duinen in, snel werd het ruisen zwaarder en krachtiger – ik keek en de zee lag daar, schuimend aan de oever, rondom levend, door de wind beroerd, oneindig. Men beleeft vaak dat men bij het aanschouwen van een nieuw groot natuurtafereel een moment geen woorden vindt. Maar deze keer kwam het me voor alsof ik niet alleen de woor den, maar ook de spraak zelf verloren had. Op die manier kwam je alleen mensen en ver schijnselen tegen, waar van men weet, op dat moment, dat ze je leven zullen beheersen.’
Ameland heeft dus kennelijk iets bijzonders, iets wat andere Waddeneilanden niet hebben. Of in ieder geval in mindere mate. Beeldende kunstenaars hebben vaak gevoelige antennes voor dat soort onbenoembare kwaliteiten van een plek. Plaatsen als Bergen, Laren, St. Martens Lathem, Worpswede en Barbizon hebben om allerlei rede nen een magnetische aantrekkingskracht uitgeoefend op kunstenaars. Ze trokken erheen, vestigden zich in kleine kolonies en schilderden het landschap, omdat de omge ving anders was dan elders. Niet zelden werd dat andere veroorzaakt door het licht. Zoals het laatste wat een vis ontdekt de aanwezigheid van water is, zo blijft het oog van een gewone sterveling vaak blind voor de kwaliteiten van het licht. Licht is er altijd en overal, maar er zijn plekken op de wereld waar het iets bijzonders heeft. Ameland is zo’n plek. Het landschap van zee en duinen lijkt een onveranderlijk decor voor een altijd wisselend spel van licht en wolken.
Dit lumineuze spel van de natuur verandert niet alleen met het uur van de dag, maar ook met de wisseling der seizoenen. Ik kan niet zeggen dat ik hou van Ameland, maar ik weet wel dat dit eiland iets heeft, iets dat niet in taal te vangen is. Alleen in een schilderij misschien. Ameland is de ultieme tegenpool van de grote metropool. Dit eiland staat voor de eenzaamheid bij uitstek. Hier word je teruggeworpen op jezelf op een wijze die alleen zijn bevestiging vindt in zijn keerzijde: het gekrioel van de menigte op de grote boulevard. Op een boulevard kun je jezelf verliezen. Op Ameland kom je jezelf altijd weer tegen.
En het woelen van de zee en stranden. En wist het niet en was het zelf.