In de ban van Fay Lovsky
Is het mogelijk om het fenomeen psychose te begrijpen vanuit je eigen ervaring van een psychose? Ik heb veel over mijn eigen ervaringen nagedacht, maar over de vraag wat en psychose nu precies is, tast ik eigenlijk nog altijd in het duister. Alle theorieën, die ik eerder op schrift heb gesteld, zijn uiteindelijk hypotheses. Ik kan het niet bewijzen en bovendien wordt de herinnering aan je eigen ervaringen ingekleurd door de tijd. Niets is onbetrouwbaarder dan de herinneringen aan een psychotische toestand.
Piet Vroon (1939-1998) was een landelijk bekend psycholoog die zijn geestelijk evenwicht verloor, psychotisch werd en uiteindelijk – naar wordt aangenomen – zelfmoord pleegde. Het is een dramatisch verhaal dat past in de reeks van psychiaters en psychologen die zelf psychotisch of depressief raakten. Zo kreeg prof. dr. P.C. Kuiper bekendheid door zijn boeken over depressies, en werd zelf zwaar depressief. Kuiper werd opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, waaruit hij pas na drie jaar werd ontslagen. Hij genas uiteindelijk door het enige medicijn dat hij zelf – wegens risicovolle bijwerkingen – ernstig had afgeraden in zijn boek Hoofdsom der Psychiatrie (1973).
Ik kan me nog goed herinneren dat ik Piet Vroon zag in een uitzending van Jack Spijkerman. Het was oktober 1997. Ik heb er met kromme tenen naar gekeken. Het ging toen niet goed met Piet Vroon. Zijn vrouw had hem verlaten. Zijn nieuwe boek werd opeens slecht besproken. De Volkskrant had hem kort daarvoor ontslagen als columnist en ook aan zijn optredens voor de VPRO-televisie was abrupt een eind gekomen. Twee jaar eerder was de rivier in zijn woonplaats Culemborg buiten zijn oevers getreden. Dat was het begin van het einde geweest. Piet Vroon raakte volledig in paniek en begon van de een op de andere dag paranoïde te worden. Hij ontruimde zijn huis en raakte steeds meer geïsoleerd van zijn omgeving.
Tijdens een reis naar Cuba raakte hij volledig in de war en belandde korte tijd in en psychiatrisch ziekenhuis. Toen hij op de radio There’s danger on the road van de zangeres Fay Lovsky hoorde, dacht hij dat deze boodschap voor hem persoonlijk bestemd was. Vervolgens begon hij deze zangeres te stalken en verstoorde zelfs een van haar optredens. In de uitzending van Jack Spijkerman had hij een CD van haar bij zich, verpakt in een geel plastic tasje. Daarmee ging hij Emile Ratelband te lijf, met wie hij in discussie was gegaan. Piet Vroon hoorde stemmen in zijn hoofd.
Onlangs las ik zijn boek Stemmen van vroeger uit 1978. Het boek zelf had mij weinig nieuws te melden. Het is een getrouwe weergave van de theorie van de Amerikaanse psycholoog Julian Jaynes over het ontstaan van het zelfbewustzijn in de ontwikkelingsgeschiedenis van de menselijke soort. Volgens Jaynes ontstond zo’n 3000 jaar geleden de zogeheten bicameral mind, wat Piet Vroon vertaald als ‘een bimodale geest’. Stemmen en instructies uit de rechter hersenhelft werden als hallucinaties ervaren en toegeschreven aan krachten van buiten zoals bijvoorbeeld goden.
In die tijd zouden de profeten begonnen zijn met hun orakeltaal en godsdiensten van start zijn gegaan. De twee hersenhelften van de mens waren toen nog niet zo geïntegreerd als nu. Fenomenen als schizofrenie, autisme en hypnose zouden nog altijd met deze gespleten toestand van de hersenen in verband te brengen zijn. Als de centrale controle-eenheid in het brein van slag raakt, vallen we terug in deze oude situatie van de split brain. Kortom, we gaan weer stemmen horen. De ironie van de geschiedenis wil, dat Piet Vroon dat op het laatst zelf ook ging doen. Op 14 januari 1998 overleed hij.
Piet Vroon was het overigens helemaal niet eens met deze wonderlijke theorie van Julian Jaynes over de ‘bicamaral geest’. Die hele theorie staat of valt met de hypothese, dat het brein ook zonder zelfbewustzijn heel goed kan functioneren en zelfs zeer complexe taken uit kan voeren. Inderdaad is het nog altijd zo, dat een mens bijna gedachteloos piano kan spelen. Sterker nog, het zelfbewustzijn zit hem bij deze activiteit alleen maar in de weg. Zonder er bij na te denken rijden we door het drukke verkeer naar huis, gedachteloos stoppend voor elk rood stoplicht. Maar dat zijn gedragingen die we eerst bewust hebben aangeleerd.
Ook de gehypnotiseerde mens is volgens Piet Vroon niet te vergelijken met een onbewuste hallucinerende automaat die de mens ooit moet zijn geweest, als we Julian Jaynes mogen geloven. De gehypnotiseerde mens doet weliswaar alles onbewust, maar het gaat daarbij wel om handelingen, die hij normaliter bewust doet en ook bewust heeft aangeleerd. Vroon kon moeilijk geloven dat de mens 3000 jaar geleden een soort slaapwandelaar is geweest, die werd aangedreven door een innerlijke stem die hij later als de stem van God zou herkennen.
Misschien was Piet Vroon wel een beetje jaloers op Julian Jaynes omdat hij deze theorie niet zelf had bedacht. In zijn boek Bewustzijn, hersenen en gedrag (1976), dat twee jaar eerder verscheen dan het beroemde boek van Jaynes, had Vroon al iets beweerd dat er in de verte wat op leek. Later in zijn boek De tranen van de krokodil (1989) noemde hij de theorie van Jaynes in één adem met een eigen onderzoek op dit terrein. Hoe dan ook, Piet Vroon hàd iets met het horen van stemmen. De grens tussen feit en fictie was bij hem ook nooit helemaal scherp te trekken. Weliswaar niet in die mate als bij zijn grote concurrent Renée Diekstra, maar toch.
Die twee beroemde psychologen hebben overigens met elkaar gemeen dat ze beiden een rampzalige jeugd hebben gehad. René Diekstra groeide op in Sneek en had in zijn jeugd zwaar geworsteld met suïcide, zodanig zelfs dat hij later alles wat hij op zijn vakgebied over suïcide bij jongeren tegenkwam, abusievelijk voor een zelfgeschreven tekst aanzag. Hij las als het ware ‘zijn eigen stem’. Piet Vroon groeide op in een uiterst benauwd, calvinistisch milieu in de Alblasserwaard. Zijn ouders waren geregeld suïcidaal. Zijn grootvader van moederskant, die de opvoeding grotendeels voor zijn rekening nam, hoorde zelf ook geregeld stemmen in zijn hoofd. Hij zou de kleine jongen ooit voor een satanskind hebben aangezien en zijn pols hebben gebroken, zo verklaarde Piet Vroon ooit in een interview. Dat verhaal werd later door zijn broer ten stelligste ontkend.
Ook hier waren feit en fictie in het hoofd door elkaar gaan lopen. De vroegere stem van een wrede God en de verleidelijke stem van de waanzin lagen bij Piet Vroon kennelijk dicht bij elkaar. Het waren in beide gevallen de echo’s van zijn eigen brein. De stemmen van vroeger transformeerden voor hem gaandeweg in dat ene geluid dat hem mateloos fascineerde: de stem van Fay Lovsky.