Kijk, hij is homo!

627px-Ecce_homo_by_Antonio_Ciseri_(1)

‘Menig eerwaardig mens uit de oudheid en onze tijd was homofiel, zelfs enkelen van de voornaamsten zoals Plato, Michelangelo, Leonardo Da Vinci, en anderen. Liefde tussen mensen van gelijk geslacht is niets waarvoor men zich te schamen hoeft, is geen ontucht, geen vernedering; en kan niet als ziekte beschouwd worden. De vervolging en bestraffing daarvan is onjuist, en wreed tegelijk.’

Deze woorden van Sigmund Freud klinken anno 2005 wat gedateerd in de oren, maar er zijn nog heel wat volkstammen op de wereld die homofilie als tegennatuurlijk, verderfelijk of ziekelijk beschouwen. De mate van beschaving, zo zei Pim Fortuyn, kun je afmeten aan de houding van een volk ten aanzien van homofilie. Alleen al om die reden vond hij de islam een achterlijke cultuur. Maar hoe zit het met het christendom?

Misschien hadden de woorden van Freud zo’n honderd jaar geleden meer impact gehad als hij aan de illustere namen van Plato, Michelangelo en Leonardo da Vinci die van Jezus Christus had toegevoegd. De homoseksualiteit van de zoon van God is het beste bewaarde geheim van het christendom. Het zou me niet verbazen als diep in de kelders van het Vaticaan de perkamenten rollen van een nog onbekend evangelie verborgen liggen – het ontbrekende ‘Evangelie van Judas’ bijvoorbeeld – waarin onomstotelijk komt vast te staan dat de Verlosser een homo is geweest. Die rol moet eeuwenlang onder het woestijnzand verborgen hebben gelegen, ooit opgegraven zijn door koptische monniken ergens ten zuiden van Cairo, en vervolgens, na wonderlijke omzwervingen in de Arabische wereld via Istanbul en Venetië, uiteindelijk in Rome zijn beland.

Zolang we dit historisch bewijsmateriaal moeten missen zullen we het met gissingen moeten doen. Toch zijn er tal van argumenten die wijzen in de richting van een andersoortige seksuele geaardheid van de man uit Nazareth dan de kerk ons heeft doen geloven. Om te beginnen: zijn moeder. Christus had wat je noemt een ‘homogene moeder’. Zijn totale identificatie met haar heeft er zelfs toe geleid dat het idee van een geslachtelijke verwekking volledig uit de heilsleer verdrongen is. Maria was niet alleen de moeder van Jezus maar ook de moeder van God en werd daardoor – qualitate qua – de medeverlosser van de mensheid. Welke homo koestert niet een dergelijke infantiele wensdroom ten aanzien van zijn eigen moeder. De goddelijke Madonna is de ultieme natte droom van iedere homoseksueel. Als Jezus geen Verlosser was geworden, dan was hij boeken als die van Gerard Reve gaan schrijven.

Het tweede argument ligt in de wonderlijke relatie die Christus met vrouwen heeft gehad. Eigenlijk was er maar één vrouw in zijn leven: Maria Magdalena. De gestalte van Maria Magdalena werd in de gnostiek beschouwd als een persoon met een bijzondere toegang tot de openbaring, waardoor haar een belangrijkere plaats werd toegekend dan aan de apostelen. Dat er een huwelijk zou hebben plaatsgevonden tussen Jezus en Maria Magdalena, wordt door de Kerk beschouwd als negentiende-eeuwse fictie. In feite heeft het Vaticaan de hele mythevorming rond deze boetvaardige zondares door de eeuwen heen gebruikt als een afleidingsmanoeuvre. Tot de hedendaagse hype van de Da Vinci Code aan toe is alle aandacht altijd gericht geweest Christus’ voorkeur voor vrouwen. Christus hield evenwel alleen van mannen. De vrouw als vrouw heeft hij nooit zien zitten. Naast een Madonna als moeder was er alleen nog plaats voor een hoer als vermeende echtgenoot.

Het beslissende argument vormen echter de passages in het evangelie waarin de homofiele geaardheid van Jezus onverbloemd aan het licht treedt. ‘Doe dit tot mijn gedachtenis’, zei hij bij het Laatste Avondmaal met twaalf mannen om hem heen. Wie nog aan de ware aard van deze aansporing mag twijfelen moet stokdoof of stekeblind zijn. Op het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci is de ontzetting bij de discipelen duidelijk zichtbaar. Christus bekent hier zijn enige ware liefde tot de benjamin van het gezelschap: Johannes.

De anderen voelen zich afgewezen en reageren even geschokt als de vrijers van Penelope die uiteindelijk haar ware liefde tot Odysseus bekent. De boodschap van de Verlosser was niet de liefde tot de Heer. Het was doodgewoon ‘herenliefde’. Het woord was letterlijk vlees geworden, maar de duisternis heeft het niet aanvaard.  Het grootste geheim van het Nieuwe Testament is dan ook een misverstand. De woorden ‘Ecce Homo’, die Pilatus uitsprak, betekenen niet ‘Zie de mens!” maar: ‘Kijk hij is homo! ‘

In het Palazzo Pitti in Florence hangt een groot schilderij met als titel Ecce Homo. Het is geschilderd door van Antonio Ciseri. 
Deze halfvergeten negentiende-eeuwse schilder beeldde Christus af in een voor hedendaagse 
ogen haast komisch aandoende scène. Het tafereel doet nog het meest denken aan een 
persfoto. Je ziet Christus op de rug vlak voor het moment dat hij door Pilatus op het 
balkon zal worden geleid. De vrouw van Pilatus loopt rechts in beeld treurig weg. Zij voorvoelt kennelijk de dramatische afloop van het gebeuren. De troon links voorin is zeer precies geschilderd en lijkt op een historische reconstructie.

Toch zitten er allerlei anachronismen in de voorstelling. Tussen de zuilen door zien we het Jeruzalem van het jaar 33, maar een zuil met spiraal-reliëf  – zoals in het midden is te zien – werd pas voor het eerst rond 100 na Christus in Rome gebouwd. Door de figuur van Christus te 
plaatsen in een haast fotografische enscenering wordt de feitelijkheid van het beeld sterk benadrukt, maar de universele betekenis volledig teniet gedaan. Is het eigenlijk wel een christelijke voorstelling in de zuivere betekenis van het woord?

Toen ik enige jaren geleden het schilderij in werkelijkheid voor me zag, drong de realiteit van het afgebeelde opeens met een schok tot mij door. Ik zag de voorstelling opeens heel anders. Christus heeft de gespierde schouders van een gebruinde sportheld. Pilatus buigt 
voorover alsof hij de burgemeester van Rotterdam is, die zijn zojuist gearriveerde voetbalvedette zal 
tonen aan een uitzinnige menigte op de Coolsingel.

“Kijk, hij is homo!’ roept Pilatus. Met andere woorden: “Is het zo niet genoeg geweest?” Maar het volk weet van geen ophouden. Het gezang begint zachtjes in de achterste gelederen en zwelt aan als één machtige stem over alle hoofden naar voren toe: “You’ll never walk alone!”

Laat een reactie achter

(verplicht)

(verplicht, wordt nooit weergegeven)