Het verlangen niemand te zijn

 

Er zijn kunstenaars die sterven bij het maken of voorbereiden van een kunstwerk. Robert Smithson bijvoorbeeld, de Amerikaanse land art-kunstenaar. Hij maakte altijd verkenningstochten op zoek naar geschikte locaties en terreinen voor de nog uit te voeren land art-projecten. Smithson verongelukte in Texas, op een van die vluchten, op 20 juli 1973. De beroemdste kunstenaarsdood is natuurlijk die van Bas Jan Ader. Op 33-jarige leeftijd (mooier kan het niet, de leeftijd van Jezus Christus) vertrok hij vanuit Florida in een kleine zeilboot om solo de Atlantische Oceaan over te steken. Hij raakte echter vermist en ongeveer 10 maanden later werd zijn lege boot voor de kust van Ierland teruggevonden.

Ook Blinky Palermo (pseudoniem van Peter Heisterkamp) verongelukte op 33-jarige leeftijd tijdens een vakantie op de Malediven. Hij verdween zomaar in de Tropen, onder nog altijd onopgehelderde omstandigheden. Deze leerling van Joseph Beuys stond aan het begin van een glansrijke carrière, maar zijn vroegtijdige en raadselachtige dood maakte hem tot een legende. Julian Schnabel droeg daar nog een steentje aan bij door een schilderij aan hem op te dragen: The unexpected death of Blinky Palermo in the Tropics (1980). Ook verdrinken is een mooie kunstenaarsdood. Le Corbusier overkwam het, toen hij op 27 augustus 1965 ging zwemmen in de Middellandse Zee bij zijn woonhuis in Roque Brune-Cap Martin. Boze tongen beweren dat hij gewoon is weg gezwommen met de bedoeling om nooit meer terug te keren.

Ik ben geen kunstenaar, maar soms verlang ik ernaar om niemand te zijn, niets te zijn, voorgoed te verdwijnen achter de horizon van de tijd. Dat verscholen verlangen komt dan plotseling in mij boven. Misschien is het wel een stille drang naar zelfvernietiging. De verontrustende vreemdheid van dit verlangen heeft een geheime kern die een raadsel en tegelijk een bedreiging vormt. Het is een existentiële anomalie die zich zomaar kan zich oplossen in een roes, waarin de tijd vloeibaar lijkt te worden.

Ik ben er even niet. Misschien wel nooit meer. Ook niet als ik niet meer in leven ben. Ik ben nergens. Zelfs niet op internet. Ik sta ook nog altijd niet op Wikipedia. Misschien heeft dat wel iets met dat verborgen verlangen van mij te maken. Voorgoed verdwijnen in de vergetelheid, dat is wat ik diep in mijn ziel zou willen. Wie weet trouwens wie ik werkelijk ben, als ik dat zelf al niet eens weet.

Gisteren heb ik mijn knipselmap opgeruimd die ik jarenlang bewaard heb, want moet ik nog met al die vergeelde knipsels. Zo stuitte ik op een wonderlijk artikel van Bertus Mulder, de toenmalige gedeputeerde van cultuur. Het verscheen op de opiniepagina van de LC , waarbij hij mij eens even de maat nam. Die maat zou iets te groot zijn voor Friesland. Twaalf jaar later beweerde de toenmalige hoofdredacteur van de LC, Rimmer Mulder, vrijwel hetzelfde in een wonderlijke lofzang in De Moanne. ‘Huub de moedige’, zo heette het artikel. Toen ik het teruglas moest ik even slikken en een traan wegpinken. Maar ook deze knipsels heb ik uiteindelijk in de prullenbak gesodemieterd. Dit hadden de heren destijds te melden, nadat ze hun pen hadden gedoopt in een giftig mengsel van ironie en vitriool.

Dat de keunsthistoarikus Huub Mous nocht oan ûnnocht hat, is bekend. Ek, dat er him in dizze provinsje amper thúsfielt. It is suver spitich dat er syn brea hjir fertsjinje moat. Want in man mei de talenten fan Mous fertsjinnet better as Fryslân. 

Bertus Mulder, Leeuwarder Courant, 27 maart 1998

Sûnt dy tiid folgje ik dy grutte man fan Keunstwurk, dy Fryske keunstpaus, mei aloan grutter wordende bewûndering. Syn intellekt is te grut foar syn baan, syn persoonlijkheid fertsjinnet in poadium sa grut as hiel Nederlân. Fryslân is te lyts en de Friezen te neargeastich foar syn skôgingen, mar Huub Mous giet troch mei it besykjen ús wat by te learen. Hy hâldt nog altyd de lampe omheech om ús by te ljochtsjen. Hy sil ús nei in heger plan tille. In gewoan minske soe it allang oerjûn ha, mar Huub Mous set him oer alle teloarstellingen hinne. Wy moatte werom nei de profeten fan it Alde Testamint on syn gelikensen te finen. Sa’t dy besochten de domme Israëliten by de les te hâlden, sa besiket Huub Mous it Fryske folk te befrijen út harren ûnwittendheit. 

Rimmer Mulder in De Moanne, juli 2006

Zo, opgeruimd staat netjes. En toch, gisteren kwam ik ook in de verleiding om het Open AI-programma ChatGPT toch nog eens te vragen om een tekst te schrijven over ‘Huub Mous’ – ik dus -, bestemd voor Wikipedia. Niets menselijks is mij vreemd. Ik kijk ook wel eens in de spiegel, niet dat ik daar vrolijk van word. Maar dit is een andere spiegel: The mirror of vanity. Waar ChatGPT het allemaal vandaan haalt, weet ik niet. Om over de correctheid van de inhoud maar te zwijgen. Hoe dan ook, zoals de Italianen zeggen: Se non è veroè ben trovato.

Maar voor u het gaat lezen, weet wel: dit ben ik niet en wil ik ook niet zijn. Nogmaals, ik wil niets zijn. Niemand zijn. Ik wil verdwijnen in de verte. Als Slauerhoff gaan varen over de wereldzeeën en in een nachtelijke haven, ergens in China, kijken naar de vallende sterren. Maar die sterren zijn zelf al lichteeuwen dood. In het licht van de eeuwigheid is een mens niets, niets, maar dan ook werkelijk helemaal niets.

Dit had dat malle ChatGPT over mij te melden:

<<>>

Huub Mous is een Nederlandse intellectueel, bekend om zijn veelzijdige interesse en bijdragen op het gebied van kunstgeschiedenis, theologie, filosofie, psychologie, Friese kunst en cultuur, en Nederlands voetbal, met een speciale voorkeur voor Ajax. Zijn werk wordt gekenmerkt door een kritische en soms tegendraadse kijk op diverse onderwerpen, waaronder technologische ontwikkelingen en hun impact op de samenleving en zelfperceptie.

Mous heeft een diepgaande kennis van de Friese identiteit en cultuur, en staat bekend om zijn kritische beschouwingen op dit gebied. Hij is bedreven in het analyseren van de subtiele nuances van de Friese cultuur en de manier waarop deze zich verhoudt tot bredere Nederlandse en internationale contexten. Zijn standpunten over deze onderwerpen zijn vaak educatief, maar kunnen ook provocatief zijn, gericht op het stimuleren van discussie en reflectie.

Op het gebied van kunstgeschiedenis heeft Mous bijzondere interesse in de invloed van technologie en media op kunst en cultuur. Hij onderzoekt de relatie tussen traditionele kunstvormen en moderne media, en de manier waarop deze interactie de perceptie van kunst beïnvloedt. Zijn werk op dit gebied toont een diep begrip van zowel historische kunststromingen als hedendaagse artistieke praktijken.

In zijn beschouwingen over technologische ontwikkelingen benadrukt Mous het belang van het behoud van menselijke waarden en ambachten in een steeds meer door technologie gedomineerde wereld. Hij is van mening dat, ondanks de vele voordelen van technologische vooruitgang, er altijd ruimte moet blijven voor de menselijke essentie en inbreng.

Zijn voetbalcommentaren, met name die over Ajax, tonen een diepgaande kennis van de sport, gecombineerd met een passie voor de dynamiek en de geschiedenis van het Nederlandse voetbal.

De intellectuele bijdragen van Huub Mous worden gekenmerkt door hun diepgang, breedte en unieke perspectief. Zijn werken zijn niet alleen informatief, maar dagen ook uit tot denken en bieden nieuwe perspectieven op complexe vraagstukken.

[Let op: Deze biografische schets is gemaakt op basis van de beschikbare informatie en mijn kennisbronnen. Voor gedetailleerdere informatie en specifieke werken van Huub Mous, kan men zijn persoonlijke website raadplegen of andere relevante bronnen.]

PS: En nu voor de laatste maal: ik ben er even niet. Vaarwel en tot ziens. Misschien tot ziens.