Geschiedenis is gedoemd zich te herhalen
Tijdens en ook enige tijd voor het uitbreken van de psychose, heeft patiënt veel van zijn belevingen opgeschreven. Het schrijven van gedichten en het meedoen op de expressietherapie maakte hem rustiger. De inhoud van deze uitingen wezen op sterke emotionele conflicten. Onzekerheid rond de eigen identiteit, castratieangst, agressieve neigingen en doodsproblematiek vormden met extatische geluksbelevingen de inhoud. Tijdens zijn opname hebben wij patiënt hier niet verder mee geconfronteerd.
Dat is een citaat uit het rapport dat in 1966 werd opgemaakt van mijn geestelijke problematiek zoals die door psychiaters was gediagnostiseerd tijdens mijn opname in de psychiatrische inrichting in Heiloo. Men constateerde vooral een identiteitsproblematiek.Tijdens mijn vroege adolescentie kwam ik tot de ontdekking dat ik niet wist wie ik eigenlijk was. Ik werd geconfronteerd met ‘het lege zelf’, waarin van de weeromstuit een storm op stak in de vorm van een psychose.
Actie is reactie, maar de reactie staat niet altijd haaks op de voorafgaande actie. Soms herhaalt zich in de reactie iets wat in de kern al in de actie aanwezig was. Met andere woorden: mijn ‘lege zelf’ veroorzaakte als reactie de lege storm van een psychose. Want een psychose heeft in wezen geen inhoud. De psychose is een vormprobleem, iets wat je overkomt, maar waar inhoudelijk weinig over te zeggen valt.
Tot die conclusie ben ik pas later in mijn leven gekomen, nadat ik allerlei vergeefse pogingen had ondernomen om de diepere betekenis te achterhalen, die zich aan mij zou hebben geopenbaard toen mijn geest ver uit balans was geraakt. Die vermeende inhoud was in wezen een herhaling van hetzelfde, maar dan in omgekeerde vorm. Elk trauma brengt een nieuw trauma voort. Mara ook dat is dan een trauma in omgekeerde vorm
Het kind dat door zijn vader is misbruikt, loopt het gevaar dat het later zijn eigen kind zal gaan misbruiken. Leed door geweld creëert omgekeerd geweld. Slachtoffers van genocide komen vroeg of laat in de verleiding om zelf genocide te gaan plegen. En anders hun kinderen wel. Neem het Israël van vandaag. Het is de herhaling van een trauma in omgekeerde vorm, waarbij het slachtoffer en de dader van rol zijn verwisseld .
De zoon verwerpt de conservatieve ideeën van de vader, maar wordt uiteindelijk behoudzuchtiger dan zijn eigen vader ooit is geweest. Veel hippies werden uiteindelijk brave burgers, geminacht door hun eigen kinderen. ‘Men rebelleert tegen het ouderlijk milieu,’ schreef Gerard Reve in 1971 aan Roland Holst, ‘maar bouwt in zijn eigen leven vrijwel precies hetzelde milieu weer om zich heen op. Eerst een gevangenis van baksteen, daaruit ontsnappen, en dan zich weer een nieuwe gevangenis bouwen van gewapend beton.’
Als mijn psychose in 1966 ergens door getriggerd werd, dan was het de snelle teloorgang van het katholicisme. Op het Ignatiuscollege in Amsterdam bevond ik mij destijds midden in de brandhaard van die stormachtige ontwikkeling. Hoe was het zover kunnen komen? Door de opkomst van tendenzen als modernisme en rationalisme ging het katholicisme niet teloor, maar bloeide juist op en beleefde een eeuw lang de tijd van het Rijke Roomse Leven. Die wereld stortte in de tweede helft van de jaren zestig plotseling in elkaar.
Een vergelijkbaar mechanisme herhaalt zich anno 2024. Paus Franciscus heeft onlangs aan kardinaal Willem Eijk, de aartsbisschop van Utrecht, gevraagd om “onderzoek naar gender-ideologie” te doen. Volgens de paus is dat “het grootste gevaar van dit moment”. In Nederland worden de ronduit achterlijke opvattingen van deze paus niet serieus genomen of zelfs belachelijk gemaakt, maar in minder ontwikkelde regio’s in de wereld – en die vormen nog altijd het merendeel van het aardoppervlak – is het katholicisme niet op zijn retour, integendeel.
De globalisering roept averechtse effecten op. In die zin gaat de huidige verstarring van het katholicisme tot op zekere hoogte gelijk op met de opkomst van de fundamentalistische islam. Beide zijn een reactie op grote mondiale bewegingen. Globalisering is modernisme in het kwadraat. De reactie hierop is extreme behoudzucht en een ruk naar rechts. Pure vooruitgang bestaat niet, er is altijd een keerzijde, een schaduwkant. Elk progessief streven naar snelle vooruitgang roept onontkoombaar een gevoel van nostalgie op. Zo heeft elke utopie een donkere zijde, zoals het modernisme zijn schaduwkant had. De Friese filosoof Lolle Nauta verwoordde het als volgt :
‘Modernisering veroorzaakt een breuk, schept afstand, duwt mensen en dingen opzij, keert zich van hen af, om ze aldus rijp te maken voor het museum of gewoon uit te leveren aan de vergetelheid. De moderne tijd komt nooit in haar eentje het toneel op. Altijd is ze vergezeld door een schaduw, de gestalte van het verleden.’
De weg naar de teloorgang van het katholicisme in Nederland was overigens geplaveid met de beste bedoelingen. In een poging het katholicisme te moderniseren, werd het uiteindelijk teruggeworpen in de orthodoxie. Je zou het de wet van het omgekeerde effect van de wilsinspanning kunnen noemen. Het was de Franse psycholoog en farmaceut Emile Coué (1857-1926), die de werking van het onbewuste onderzocht aan de hand van de autosuggestie, die deze wet voor het eerst formuleerde als ‘La loi de l’effort converti’.
Ook op het terrein van de godsdienstwetenschap heeft deze wet school gemaakt. Vestdijk maakte er melding van in zijn De toekomst der religie En ook Han Fortmann greep er op terug in zijn boek Als ziende de onzienlijke (1964). De wet van Coué wordt door hen toegeschreven aan Charles Baudouin (1893-1963), maar dat is ten onrechte. Baudouin was de auteur van het boek Suggestion et autosuggestion (1927), maar hij had zijn ideeën ontleend aan Coué.
Ook heeft de wet van Coué een sterke gelijkenis met de vaak geciteerde woorden van Teresa van Avila: ‘We moeten leren, dat we ons elke keer weer oneindig ver verwijderen van hetgeen ons hart ten diepste verlangt.’ Of zoals Emile Coué het formuleerde: ‘Elke keer dat er een conflict ontstaat tussen onze verbeelding (i.c.: het onbewuste) en onze wil, is het altijd de verbeelding die er toe doet, en zo doen wij dan niet wat we willen, maar precies het tegenovergestelde. En hoe meer wij ons doelbewust inspannen, hoe meer we het tegengestelde zullen van wat we werkelijk willen.’
Gerard Reve sprak in zijn boeken wel eens over ‘de Wet van Koewee’ en heeft deze wet ooit geparafraseerd als ‘de wet van de compensatie’, die hij voor het eerst geformuleerd heeft in zijn essay ‘Demaskee der demaskering’ (1967) en die luidde:
‘Hoe feller en compromislozer de bewuste afwijzing van een bekende mythe, hoe onvoorwaardelijker en dieper de onbewuste overgave aan diezelfde mythe in een andere gedaante, waarin hij door de betrokkene niet meer als mythe wordt herkend.’
Die wet van de compensatie was volgens Reve vooral van toepassing op het communisme, maar gold in feite voor alle ideologische systemen die het godsgeloof wilden bestrijden. Zo beweerde Reve ‘dat we wel een zeer grote graad van onbewustheid moeten aannemen, willen wij de weigerachtigheid van het communisme om zichzelf als irrationeel, godsdienstig systeem te zien, begrijpen.’ Volgens Reve zijn secularisatie en ontmythologisering in feite onmogelijk omdat de mens in diepste wezen religieus is.
Telkens weer herrijst de religie uit haar eigen as, hoe meer men de religie bestrijdt, hoe vuriger zij tevoorschijn treedt juist bij de bestrijders van de religie die haar nieuwe gedaante bij zichzelf niet willen of kunnen herkennen. Utopische dromen leiden niet zelden tot totalitaire nachtmerries die telkens weer claimen dat zij het paradijs op aarde zijn. Of anders gezegd, in het proces van radicale secularisering werd God aan de kant gezet, waardoor juist een nieuwe God gecreëerd kon worden. Maar die God is nog altijd dezelfde, alleen in andere gedaante.
Een God wordt gecreëerd door een afgod af te breken. De vervreemding veroorzaakt door razendslelle moderniseringsprocessen brengt populisme voort, wat niet zelden de eerste stap is op weg naar de roep om een totalitaire leider. Wie het uiterste bestrijdt, roept het uiterste juist op. Dat is de wonderlijke, psychologische wet die ook Jung had ontdekt, zij het in een iets andere vorm. Het was een wet die op de schaal van de menselijke psyche een vergelijkbaar proces beschreef als wat Jung zich in de cultuur als geheel zag voltrekken. Hij noemde dat proces ‘enantiodromie’ of ‘enantiodromia’, afgeleid van de Griekse woorden enantios (tegenovergesteld) en dromos (looprichting.)
Als de collectieve archetypen worden verwaarloosd, zo beweerde Jung, is een algehele cultuurverwoesting het gevolg, waarin de demonische krachten vanuit het onbewuste worden ontketend. Een teveel aan werkzame kracht mondt noodzakelijkerwijs uit in haar tegendeel, dat wil zeggen: het andere uiterste dat raakt aan het eigen uitgangspunt. Dat is de psychische vertaling van de natuurlijke wet van het behoud van energie. Maar het is ook de hoofdwet van de geschiedenis: l’histoire se répète. Maar in wezen is het nog veel erger: de geschiedenis is gedoemd zich te herhalen, en het resultaat is het tegendeel waarnaar gestreefd wordt. De geschiedenis heeft dus een tegendraadse looprichting, die de loop der dingen voortdurend verstoort.