Huisvrienden van Piet de Vries
Deze foto is genomen in de zomer van 2017. De maker van de foto is Hans de Vries, de zoon van architect Piet de Vries ( 1897-1992). Locatie: de voormalige woning en architectenbureau van Piet de Vries aan de Druifstreek in Leeuwarden. Ik sta hier op het balkon samen met Louis Lyklema en Margeet Terpstra, respectievelijk voorzitter en bestuurslid van de Stichting Piet de Vries. Vanmiddag mag ik op uitnodiging van deze stichting een lezing houden voor ‘de huisvrienden van Piet de Vries’. Dat zijn mensen die wonen in een huis dat ooit door Piet de Vries ontworpen is.
Ik voel mij niet wat je noemt een ‘kenner’ van Piet de Vries. Dat was Rienk Terpstra (1948-2021) die in 2017 een omvangrijk boek over zijn leven en werk publiceerde. Rienk had mij destijds gevraagd of ik een hoofdstuk voor dat boek wilde schrijven, maar door persoonlijke omstandigheden kon ik destijds niet aan dat verzoek voldoen. Dat hoofdstuk zou gewijd zijn aan de culturele achtergronden van het interbellum, waarin Piet de Vries een bloeiperiode beleefde. Wel mocht ik in in 2017 bij de presentatie van het boek een inleiding houden (zie: de site van De Moanne )
Piet de Vries werd in 1897 geboren in Oostvoorne, maar woonde en werkte het grootste deel van zijn leven in Friesland. Zijn omvangrijke oeuvre, dat grotendeels ook in Friesland werd gerealiseerd, beslaat een periode van vijf decennia: van 1922 tot 1972. Daarin heeft hij het hele spectrum van moderne en retro-moderne stromingen van de twintigste eeuw doorlopen. De twee belangrijkste daarvan, de Amsterdamse School en De Stijl – die zich beide al vóór 1920 hadden aangediend – waren in meer dan één opzicht elkaars tegenpool.
Piet de Vries had het voorrecht dat hij in Amsterdam bij de meest begaafde architecten van die tijd in de leer was geweest. ‘Een beeldhouwend architect’, zo noemde Rienk Terpstra hem in de monografie die hij in 2017 aan zijn werk heeft gewijd. Daarin wordt een beeld geschetst van de opeenvolgende stijlperioden in zijn oeuvre: van Amsterdamse School, naar zakelijk expressionisme, en via traditionalisme eindigend in naoorlogs modernisme. Piet de Vries was een degelijk bouwmeester die alles onderzocht en het goede behield.
In elk gebouw of ontwerp van zijn hand komt er iets bovendrijven dat ontegenzeggelijk eigen is aan zijn persoonlijkheid. De eerlijke eenvoud in zijn ontwerpen is nooit opdringerig, maar altijd ingetogen, ‘ynbannich’ zoals de Friezen zeggen. Dat uit zich in de harmonische wijze waarop wordt omgesprongen met de bouwvolumes, de verticale geledingen in de gevel en het altijd verzorgde metselwerk.
Kortom, Piet de Vries liet zijn signatuur na in elk detail, ook in de toneeldecors en niet in de laatste plaats in de meubels die hij ontwierp. Hij was met recht een ‘artisan’, in de beste traditie zoals die in de tijd van de Amsterdamse School was ontstaan.