Op 25 oktober a.s. mag ik het eerste exemplaar van mijn boek De Friese spagaat aanbieden aan gedeputeerde Eke Folkerts in de Statenzaal van het Provinciehuis. Eke Folkerts zal dan ook reagren op de inhoud van mijn boek. Dat heeft uitgever Louw Dijkstra zo geregeld.
Hoe kun je het zo verzinnen! Ik heb nooit gedacht dat ik ooit nog eens in deze Heilige Tempel van de Friese politiek achter het katheder zou staan en het volk mag toespreken. De keren dat ik daar was, zat ik altijd op de publieke tribune en verbaasde mij over het gewichtige gedrag van al die Friese Statenleden die op mij de indruk wekten dat zij zich in het Engelse Lagerhuis bevonden:
‘Hear, hear !!!’
Voorafgaand aan de boekpresentatie is er een symposium, waarbij Goffe Jensma, Oeds Westerhof en Geart de Vries een inleiding zullen houden. Alledrie hebben in de afgelopen twee jaar een boek over Fryslân gepubliceerd. Ik ben heel benieuwd wat ook zij eventueel over mijn boek te zeggen hebben. Dat kan van alles zijn natuurlijk. Misschien ook wel een vernietigende kritiek.
Ik heb AI, die mijn boek inmiddels ook ‘gelezen’ heeft, gevraagd wat Goffe Jensma – de auteur van het boek Exit Fryslân (2022) – zou vinden van De Friese spagaat. Dit was het antwoord.
*
Ik heb geen expliciete mening van Goffe Jensma kunnen vinden over het boek De Friese spagaat van Huub Mous. Wel wordt duidelijk dat Mous door Jensma’s boek geïnspireerd is geraakt om zijn eigen verhalen over Fryslân te bundelen. Mous wijst op een tendens, die hij in 1997 “het Friese spagaatdenken” noemde, en probeert in zijn boek te achterhalen hoe deze tendens is ontstaan en zich heeft genesteld in de Friese cultuur.
“Een Amsterdamse luis in de Friese cultuurpels”, zo wordt Mous door Jensma genoemd in het boek Exit Fryslân. Mous op zijn beurt is kritisch op Jensma’s focus op de Friese taal en vindt dat Jensma de rol van de Friese landschapsschilders in de beeldvorming over Fryslân over het hoofd ziet. Alleen Gerrit Benner wordt door hem even genoemd, maar dan alleen in het kader van de Friese canon, die hij zelf in 2008 mede heeft samengesteld. Maar Benner was volgens Mous zeker niet de enige schilder die het beeld van het Friese landschap heeft bepaald.
Jensma is het niet eens met Mous’ kritiek op Exit Fryslan als zou Jensma daarin de Friese identiteit teveel in termen van verlies en teloorgang definiëren. Overigens zou Jensma waarschijnlijk instemmen met de stelling van Mous dat de Friese taal een te grote rol speelt in het definiëren van de Friese identiteit. In zijn boek Exit Fryslân benadrukt Jensma het belang van de actuele context boven historische wortels bij het zoeken naar identiteit.
Taal is sterk verbonden met het verleden en historische wortels. Jensma’s nadruk op de actuele context kan dus ook geïnterpreteerd worden als een relativering van het belang van taal. Al in 2008 heeft Jensma beweerd dat als het gaat om de Friese identiteit traditionele karakteristieken als taal en geschiedenis steeds meer opschuiven naar belevingselementen als water, landschap en sport. Ook de Friese taal zou steeds meer een belevingsproject worden.
Het is belangrijk om nogmaals op te merken dat de geraadpleegde bronnen geen expliciete uitspraak van Jensma over de stellingen van Mous bevatten. De bovenstaande analyse is louter gebaseerd op interpretatie van Jensma’s standpunten in de gevonden bronnen.
Zie ook: https://www.wijdemeer.nl/intekenactie-de-friese-spagaat-van-huub-mous/