De eindeloze jaren negentig

We schrijven 1997. Het was een jaar zonder noemenswaardige incidenten. In februari sprak ik de leden van het FNP toe op een vergadering ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van die partij. Daarbij introduceerde ik het begrip ‘De Friese spagaat.’ Het was voor eerst dat ik dat begrip in de mond nam. Mijn speech werd integraal afgedrukt in De Frybûtser, het partij-orgaan ven de FNP, en samengevat in een artikel in de Leeuwarder Courant.

Het was een wonderlijke tijd. Ids Willemsma vocht tegen de windmolens bij zijn tempeltje aan de dijk. Friese artiesten traden op in een protestmanifestatie, onder wie Josse de Haan met een uiterst strijdbare rol van surrealistische Don Quijotte. Ik begon mijn pen te roeren in de Leeuwarder Courant. Hylke Speerstra zat een bijeenkomst voor bij Omrop Fryslân, waarbij het plan werd gelanceerd van Simmer 2000, een idee van Gryt van Duinen, al had Speerstra – dromend van een wreed paradijs – die mondiale Friezenreünie heel graag zelf bedacht. Frou Liemburg kon haar draai niet vinden in Den Haag. Marc Dutroux werd gearresteerd en in Brussel volgde een massale demonstratie met witte ballonnen. Ik leek mij verzoend te hebben met mijn lot in Friesland. Er stonden grote projecten op stapel voor het Frysk Festival en in Ooststellingwerf.

4 april, 1980(3)0001

‘Brief’ van Sjoerd de Vries

In het Fryslânhûs was elke dag wel wat nieuws te beleven. Kunstenaars kunnen enorm zeuren, want ze denken altijd dat ze heel belangrijk zijn. Daar is meer één remedie tegen: je moet ze in die waan laten en veel geduld betrachten. Dat heb ik door de jaren heen ook altijd gedaan. Niet dat ik daar spijt van heb, maar soms denk ik wel eens bij mijzelf: Waartoe heeft de Heer mij geroepen? Ik droeg in die tijd vaak een spijkerbroek met een T-shirt, want ik wilde wat jonger lijken dan ik was. Bijna had ik Abraham gezien, maar wie maalde daar om. Nederland was nog een fijn land, waar iedereen elkaar in zijn waarde liet. Niemand wist nog wat een ‘multicultureel drama ‘ zou kunnen zijn. Zoiets bestond in die tijd nog niet. We strooiden elkaar zand in de ogen in het Nederland van 15 miljoen mensen.

4-april-1980300019

Vergaderig in het Fryslânhûs, Frysk Festival eind jaren negentig

In het Fryslanhûs maakte ik soms wonderlijke dingen mee. Zo herinner ik mij dat ik hier ooit op een zondagmorgen even terug was op mijn werk. Ik was nog wat vergeten. Plotseling kwam Cor Boonstra binnen. Hij had gezien dat de deur open stond. Ooit had hij hier in het Fryslânhûs op de HBS gezeten en hij wilde de sfeer van het gebouw nog even proeven. Ik heb hem toen rondgeleid. Opeens begreep ik wat hij destijds bedoelde toen hij zei: ‘Alles is er nog, maar niets is meer hetzelfde.’. Er waren discussies en debatten, soms vermakelijk maar soms ook met venijn. Zoals het debat over de Friese autodidacten waarbij ik stevig in botsing kwam met Thom Mercuur.

Schermafbeelding 2014-03-09 om 21.23.42

Leeuwarder Courant, 12. 12 . 1997

Soms verlang ik intens terug naar die eindeloze jaren negentig. Alles was mogelijk in die tijd. De bomen groeiden tot in de hemel in het Nederland van 15 miljoen mensen.

Zie ook: https://www.wijdemeer.nl/intekenactie-de-friese-spagaat-van-huub-mous/

Reageren is niet mogelijk.