Een nieuw soort praatjesmaker
Op 16 augustus 2002 belde Wiebe Pennewaard van de Leeuwarder Courant. Hij wilde mij interviewen voor de zaterdagbijlage. Het was ruim drie maanden na de moord op Pim Fortuyn, een gebeuren dat mij behoorlijk had aangegrepen. Daarna was ik alle boeken van Fortuyn gaan lezen. Vooral zijn boek De verweesde samenleving maakte veel indruk op mij. Pennewaard en ik spraken af bij café Wouters. Ik heb de tekst van dat zowat paginagrote interview er nog eens bij gepakt. ‘Dat prachtige, slappe Friesland‘, zo luidde de kop. Nogal pretentieus.
‘Een nieuw soort praatjesmaker’, zo werd ik destijds wel eens genoemd. Ik beschouwde die kwalificatie overigens als een geuzennaam. Als miskend genie hield ik altijd wel van praatjes maken. Al was het maar omdat ik als ‘Friese Amsterdammer’ of ‘Amsterdamse Fries’ in de ogen van een raszuivere Fries soms wat teveel praatjes leek te hebben. De introtekst van het interview, die ik nu niet zonder enige gêne teruglees, ging als volgt:
Natuurlijk zou de LPF nooit zijn stem krijgen haast hij zich te verzekeren. Maar gek: de laatste tijd voelt Huub Mous een vreemde verwantschap met Pim Fortuyn. Ook babyboomer uit 1947, ook een Randstedelijke katholieke achtergrond, briljant maar miskend door zijn omgeving. De consulent Keunstwurk vindt in de boeken van Pim veel terug over netwerken die als een sluier over de maatschappij liggen. Als dit ergens het geval is dan is het in Friesland. Die prachtige provincie waar niemand durft te kiezen.’
Achteraf bezien was die laatste zin een redelijk rake formulering voor wat ik in mijn nieuwe boek ‘de Friese spagaat’ heb genoemd. Ook in de titel ‘Dat prachtige, slappe Friesland’ is ‘de Friese spagaat’ al duidelijk herkenbaar. En anders wel in de volgende passage:
“Ja tot uw dienst, maar de Friezen zijn zelf ook zo dubbel als wat. Dat blijkt wel uit het Geert Mak-syndroom. Dit ziektebeeld omvat een ernstige zelfonderschatting waarbij aardige zaken uit eigen regio pas herkend en op prijs worden gesteld wanneer buitenstaanders er op wijzen. Het rare is, aldus Mous, dat ook hierin de Fries weer dubbel is. Het slaat door naar een overdreven uitvergroting, een reuze positief beeld van iets. SC Heerenveen is hier een sterk voorbeeld van. Of, en dit gebeurt vaker, men blijft zijn licht ernstig onder de korenmaat stellen. De organische samenhang in deze provincie, de cohesie van deze samenleving, wordt door Friezen zelf amper gewaardeerd.
Natuurlijk, over tien, twintig jaar is dat ook afgelopen, maar vaak lijkt het of we hier nog in de jaren vijftig leven. Met alle voordelen van dien. En de nadelen. Zelfoverschatting leidt ook ook gemakkelijk tot verstarring: het kost moed om over dilemma’s heen te springen. Om het risico’s te nemen dat je zaken uit het verleden verliest. Hier wil met het ene doen zonder het andere te verlaten. Iedereen te vriend houden omdat de verwevenheid tussen personen en organisaties groot is. Te groot. (…)
Maar voelt Mous zich in eigen kring miskend, zoals hij van Fortuyn vaststelt? Hij zwijgt, schudt dan zijn hoofd, hij voelt zich thuis en happy in Friesland.
Ook dat laatste is nog steeds zo. It is sa…en it sil altyd sa bliuwe. Overigens, toen ik destijds na aan paar dagen de gedrukte versie van dit interview in de krant las, lag ik opeens in het ziekenhuis. Er was al enige tijd fysiek iets mis met mij, wat ik te laat in de gaten kreeg. Ik had niet door dat ik met mijn krachten aan het smijten was. Twee dagen na het interview kreeg ik plotseling geen lucht meer. Grote paniek. Voor het eerst van mijn leven heb ik toen ware doodsangst gekend. Toen ik in het ziekenhuisbed tot bedaren kwam, dacht men even dat het een hartaanval was of een longembolie. Uiteindelijk bleek het een acute astma-aanval te zijn geweest.
Van de week fantaseerde ik hoe het zou zijn als ik nu weer door een journalist van de Leeuwarder Courant geïnterviewd zou worden naar aanleiding van mijn boek De Friese spagaat. Welke locatie zou ik nu kiezen als achtergrond voor een portretfoto? Zou ik dan weer dezelfde locatie kiezen als in 2002? Die foto, gemaakt door fotograaf Siep van Lingen, heeft ook nog een tijdlang boven mijn blog gestaan. Het is inmiddels alweer 22 jaar later. Dezelfde locatie zou nu als onderliggende boodschap kunnen hebben: ‘Die praatjesmaker van toen is nog steeds een praatjesmaker’.
Maar welke foto dan wel? Ik heb deze lastige vraag voorgelegd aan AI. Van het antwoord werd ik niet echt vrolijk. Dit waren de suggesties van AI.
Hier zijn enkele suggesties voor locaties in Leeuwarden die geschikt kunnen zijn als decor voor de foto, in lijn met het thema van je boek “De Friese spagaat”:
Het Zaailand: Deze locatie, met de moderne architectuur van het Fries Museum en de historische Kanselarij, symboliseert de spanning tussen verleden en heden in de Friese cultuur. De Friese spagaat wordt vaak geassocieerd met de moeilijke balans tussen traditie en moderniteit, en het Zaailand belichaamt dit op een visuele manier.
De Oldehove: Deze scheve toren is een iconisch symbool van Leeuwarden en vertegenwoordigt de eigenzinnigheid en het unieke karakter van de Friese identiteit. De onvoltooide toren kan ook gezien worden als een metafoor voor de eeuwige zoektocht naar een Friese identiteit, die nooit helemaal af lijkt te zijn.
De Grote of Jacobijnerkerk: Deze historische kerk is een symbool van de Friese geschiedenis en religieuze wortels. Je boek bespreekt de invloed van religie op de Friese cultuur en identiteit, en deze locatie zou deze context kunnen weerspiegelen.
Het Fries Landbouwmuseum: Dit museum belicht de agrarische geschiedenis van Fryslân, een thema dat prominent aanwezig is in je boek. Foto’s met traditionele Friese boerderijen op de achtergrond kunnen de lezer visueel terugvoeren naar de wortels van de Friese cultuur.
De Waddenzeedijk: De Waddenzee is een belangrijk onderdeel van het Friese landschap en symboliseert de verbondenheid met de natuur. De dijk zelf kan de spanningen tussen bescherming en openheid weerspiegelen, een thema dat ook in je boek naar voren komt.
Deze locaties bieden verschillende mogelijkheden om de complexiteit van de Friese spagaat visueel te vertalen. Het is belangrijk om een locatie te kiezen die past bij de boodschap die je wilt overbrengen met de foto en die de lezer nieuwsgierig maakt naar je boek.
Nee, dat moet maar niet. Dan opteer ik liever voor een van de foto’s die Johanna Brinkman ooit van mij maakte op en rond de Achmea-toren. Een daarvan had ik zelf al eens uitgekozen als mogelijke cover-foto voor De Friese spagaat. Deze foto’s vormen volgens mij de meest adequate verbeelding van ‘een nieuwe soort praatjesmaker’.
Zie ook: https://www.wijdemeer.nl/intekenactie-de-friese-spagaat-van-huub-mous/