Wie veel praat, moet veel waarmaken

(foto: Jurriaan Mous)

( foto: Peter de Haan)

Het was een wonderlijke bijeenkomst gisteren in de Statenzaal van het Provinciehuis, waar ik mijn boek De Friese spagaat mocht aanbieden aan gedeputeerde Eke Folkerts. Geart de Vries  opende de vergadering in het Fries met een korte inleiding en een fraai en toepasselijk Fries gedicht. Een aantal mensen was van ver gekomen, uit Amsterdam bijvoorbeeld, zoals een oud-klasgenoot van mij op het Ignatiuscollege, maar ook elders uit den lande. De voertaal zou dus Nederlands moeten worden, maar Geart liet ieder ook vrij om in zijn eigen ‘memmetaal’ te spreken.  In memmetaal is de taal dy’t in minske as bern it earst leart (yn ‘e regel fan ‘e mem; dêrfandinne de oantsjutting).

Mijn moederstaal is Nederlands, maar voor deze bijzondere gelegenheid besloot ik in het Fries te beginnen.  Ik weet niet of mevrouw Folkerts erg gecharmeerd was van mijn verhaal. Ze liet het in ieder geval niet blijken, later reageerde ze zelfs een beetje kribbig toen de discussie met Oeds Westerhof  en Goffe Jensma op de besluitvorming van de Lely-lijn stuitte, waar ik zelf ook al even aan gerefereerd had. Mevrouw Folkerts was niet gekomen voor een politieke debat, zo liet zij weten. Dat was wat jammer. Hoe dan ook, in haar eigen inleiding ging ze voornamelijk in op de rijke decoraties van de Statenzaal. 

Dat nam niet weg dat – vooral ook door de gedegen inleidingen van Oeds Westerhof en Goffe Jensma – een stevige discussie ontstond. Er waren ook studenten in de zaal die pittige vragen stelden. Al met al was het  geslaagde middag, met een wonderlijk gezelschap dat uit alle uithoeken en perioden van mijn leven was komen opdagen.  Ik voelde met een beetje of ik bij een mijn eigen uitvaart was beland, waar ik dingen te horen kreeg die ik mijn leven lang niet gehoord had.  

Eerlijk gezegd kan me die uitvaart – die hopelijk nog lang op zich laten wachten –  niet zo veel schelen. Iedereen mag dan zeggen wat hij wil, of helemaal niets zeggen, dat is ook goed.  DY FOLLE PRAET MOAT FOLLE WIER MEITSJE is in Fryske útspraak, dy’t al al foar 1895 oanbrocht wurde op de muorre yn de Steateseal fan it Provinsjehûs. Mevrouw Folkerts wees er nog even op. Ik hoop dat ik zelf gisteren niets teveel heb gezegd. Dit was mijn verhaal 

*

De Fyske spagaat, sa as ik it sjoch,  is in wêzen de spagaat tusken oan de iene kant.  in oerdreaun gefoel fan grutskens en leafde foar de eigen taal en lânskip en oan de oare kant  in djip gefoel fan ûnbehagen. Dat djippe mar ek fage gefoel fan ûnbehagen manifestearret him net allinich yn de twaslachtige wurdearring fan de eigen taal, it is ek werkenbar yn it fertroebele selsbyld, dêr’t selsûnderskatting en oerskatting it algeduerich tsin inoar yn ‘e kamp sette. Dat liedt net selden ta foarmen fan strúsfûgelpolityk, ta it kultivearjen fan ûnferfulbere winsken, ta mystifikaasjes fan it ferline dy’t ynspiraasjeboarne wurde foar in faaks nea te realysearjen ideaal yn’ e takomst. 

Dat mechanisme is ek werkenber yn in foarkar foar boppeminkslike krêftynspannings, dy’t in soad heroyk meibringe mar feitliks neat opsmite.  It is de indukwekkende stilte om it ûnbegrepen heldedom hinne. It smyt it allermoaiste op dat de Fryske kultuer te bieden hat: it neidruklike charisma fan in ûnneidruklike oanwêzigens, mar ek: ‘it bêste lân fan ierde’ yn de earmste úthoeke fan Nederlân. Feitliks is it in djip field langstme nei it net yn ferfolling gean fan it eigen langstme. Yn dy sin foarmet dit mechanisme de kearside fan dat oare typysk Fyske fenomeen, de koestere miskenning. It is in ûngeduerrich sykjen nei wurdearring, dy’t feiliks net echt op priis steld wurdt. 

Dit is de Friese spagaat in een notendop. Het zijn mijn woorden uit 1997, die ik mocht uitspreken in een politieke arena: een partijcongres van de Fryske Nasjonale Party. Het was de eerste en tegelijk ook de laatste keer dat ik een politieke arena betrad. Vandaag mag ik dat weer doen, en wel in het hol van de Friese leeuw, het heilige der heilige van de Friese politiek. Ik mag mijn boek aanbieden aan de gedupeerde die o.a. belast is met de Friese taal. 

Het is voor  U, mevrouw Folkerts,  dat ik geprobeerd heb mijn woorden met enige zorg en voorzichtigheid e kiezen. ( Hierbij verwees ik naar een van de drie Friese deugden, Prudentia, dat te zien is boven de stoelen van de CdK en de gedeputeerden. Het een vrouw met een spiegel en twee slangen in de handen, de slangen als symbool van De Friese spagaat)

Maar laat ik het vooral duidelijk zijn. Ik ben zelf geen politicus, en of ik een Fries ben weet ik nog steeds niet. Zelfs na de bijna halve eeuw dat ik in deze mooie provincie mag wonen. In de afgelopen decennia heb ik als Friese Amsterdammer al die wonderlijke Friezen – met hun mooie Friese taal – een beetje proberen te begrijpen. Dit boek is de weerslag daarvan. Het is geen politiek manifest, en ook beslist geen liefdesverklaring aan Fryslân en de Friezen. Het is wat het is, een zoektocht naar de Friese spagaat, met daarin wel een verborgen aanbeveling voor u als Fries politica. Dat is niet ‘mens durf te leven’. Maar Fries durf te kiezen!’

Durf radicaal te kiezen tussen twee kwaden. Aan dat soort lef ontbreekt het nog wel eens in Fryslân. Wat je ook kiest, op termijn zul zult altijd iets verliezen, en uiteindelijk wellicht ook de Friese taal. Dus niet ‘veranderen om te behouden’, of andere halfzachte compromissen. Maar durf je nek uit te steken. Vóór de aanleg van de Lely-lijn bijvoorbeeld, maar ook vóór cultuur als een diepte-investering in het leefklimaat van de toekomst. 

Voor de nabije toekomst met zijn toenemende globalisering en technocratisering is een Friese variant van het populisme, dat mogelijk van oudsher eigen is aan het traditionele Fryske mienskip-tinken, volgens mij niet zo verstandig. 

Als alternatief – en dat is ook de stelling voor dit symposium – zou ook gekozen kunnen worden voor een meer ontspannen omgang met het begrip Friese identiteit en een minder eenzijdige fixatie op het behoud van de Friese taal. Daarmee zou het Fries eigene wellicht op een meer duurzame en voor ieder herkenbare wijze een vertaling voor de toekomst kunnen krijgen.

Overigens heeft de papieren versie van het interview dat Jacob Haagsma met mij had een nieuwe kop gekregen. Ik hoop dat ik nu nog zonder politiebegeleiding in Leeuwarden overs straat kan. Voor wie het nog niet gelezen mocht hebben, Jurriaan liet AI er een gedichtje van maken. Dat gaat als volgt:

Dat klinkt zo:

Reageren is niet mogelijk.