‘De wetenschap richt zich hoe langer hoe meer op de beschrijving van feiten, in plaats van structuren. Zij stippelt lijnen en trajecten uit, zij maakt sprongen, in plaats van axioma’s op te stellen.’
Dat zijn woorden van Deleuze die beweerde dat in de huidige wetenschap zich nieuwe benaderingswijzen aandienen, waarbij een permanent proces van verandering en verknoping centraal komt te staan. Evenals Deleuze verwierp ook Mulisch het logische principe van ‘de uitgesloten derde’. Dat deed hij in zijn boek De compositie van de wereld (1980) waarbij hij uitging van het perspectief dat de werkelijkheid niet volledig kan worden begrepen met behulp van de binaire logica. Mulisch verwerping van het principe van ‘de uitgesloten derde’ kwam voort uit zijn diepere overtuiging dat de werkelijkheid niet strikt dualistisch is, maar gelaagd en vol paradoxen. Je zou ook kunnen zeggen, Mulisch was een ecologisch denker avant la lettre, die vanuit zijn vroege psychose uiteindelijk tot dit soort ‘irrationele inzichten’ was gekomen.
Mulisch’ neiging om rationele en irrationele benaderingen van de werkelijkheid samen te voegen, sluit aan bij ecologisch denken, dat soms verder kijkt dan puur logische, mechanistische wereldbeelden. Mulisch staat ook bekend om zijn belangstelling voor de grootschalige verbanden tussen mens, natuur en het universum. Hij zag de mensheid niet als losstaand van de natuur, maar als deel van een groter geheel, een gedachte die ook fundamenteel is in het ecologisch denken. Zijn holistische en cyclische benadering van de werkelijkheid maakt hem in zekere zin een voorloper van de ecologische bewustwording die in zijn tijd nog in de kinderschoenen stond.
Mulisch’ belangstelling voor het irrationele kan ook in verband worden gebracht met het vroege verdwijnen van zijn moeder en zijn kritiek op de Oedipus-mythe. Beide thema’s wijzen op een breder streven naar herstel van verloren verbindingen, kritiek op patriarchale structuren en een zoektocht naar harmonie. De moeder, als archetypisch symbool van schepping, zorg en continuïteit, wordt in Mulisch’ werk vaak impliciet geassocieerd met de natuur of de kosmos. Haar afwezigheid kan worden gelezen als een breuk met de natuurlijke orde, iets wat zowel psychologisch als ecologisch destructieve gevolgen heeft. Zijn kritiek op de Oedipus-mythe duidt dan ook op een breder verzet tegen het antropocentrisch wereldbeeld met haar ego-gedreven streven naar controle. In het ecologisch denken wordt juist gepleit voor een verschuiving van het antropocentrische perspectief naar een meer relationeel en gedeeld wereldbeeld.
Hoewel Mulisch goed op de hoogte was van de eigentijdse filosofie, zijn er geen aanwijzingen dat zijn denken direct door Deleuze is beïnvloed. Mulisch verlangde wel altijd terug naar Venetië, de stad die met zijn labyrintische structuur in stedenbouwkundig opzicht het deleuziaanse rizoom het dichtst benadert, al verwijzen Deleuze en Guattari wonderlijk genoeg niet naar Venetië maar naar Amsterdam als ‘de stad van het rizoom’. Maar juist met Deleuze deelde Mulisch een sterke belangstelling voor de mythische figuur Oedipus. In zijn toneelstuk Oidipous Oidipous (1972) laat Mulisch Oedipus de klok uitvinden. De figuur Oedipus was voor hem de man die het eenrichtingverkeer van de tijd vermoordde door met zijn moeder naar bed te gaan. Later pakte hij het Oedipus-motief weer op zijn roman De pupil (1987). Die roman speelt zich af in 1945. De hoofdfiguur is 18 jaar, even oud als Mulisch in dat jaar was. De vader van de hoofdfiguur zit in de gevangenis en zijn moeder is vertrokken. Ook dat gegeven komt overeen met de situatie van Mulisch zelf in de jaren voorafgaande aan zijn psychotische periode in ’49-’50.
Je zou deze roman dan ook kunnen lezen als een gefingeerde psychoanalytische duiding van Mulisch’ eigen adolescentie-problematiek die aan de uitbraak van zijn psychose ten grondslag lag. Maar met die duiding gaat er ook iets grondig mis. De hoofdfiguur in de roman valt op een vermogende oude dame, Madame Sasserath. Hij wordt letterlijk ‘haar pupil’, wat voor de mannen in haar omgeving de indruk wekt dat hij uit is op haar vermogen. De oude dame is puissant rijk geworden door een zeer lucratieve uitvinding van haar inmiddels overleden echtgenoot: de veiligheidsspeld. De structuur van die speld geeft iets Möbiusiaans omdat hij zichzelf bijeenhoudt door de veerkracht van zijn gebogen structuur. Professor Möbius verschijnt aan het slot van de roman zelf ook even ten tonele, al is zijn voornaam niet August, zoals bij de echte Möbius, maar Harry, zoals bij Mulisch.
Möbiusiaans is ook de structuur van de kabelbaan die de oude dame heeft laten aanleggen naar de top van de Vesuvius. Bij de feestelijke ingebruikname van die kabelbaan gebeuren vreemde dingen, met als hoogtepunt de plotselinge verdwijning van de oude dame. Zoals ook de blinde Oedipus volgens Sofocles in Colonus plotseling van de wereld verdween. De tijd lijkt heen en weer te gaan, op weg en weer terug naar de krater van de Vesuvius, die in deze context als een oersymbool fungeert voor de moederschoot bij de geboorte. Mulisch heeft er meerdere malen op gewezen dat precies negen maanden voor zijn geboorte een grote uitbraak van de de Vesuvius plaatsvond. In de roman De pupil schrijft hij, als de hoofdpersoon zittend in het eerste stoeltje van de kabelbaan, plotseling gewaar wordt dat Madame Sasserath!’ niet meer naast hem zit, het volgende:
‘Oog in oog met dat monsterachtig gat, die met stilte en duisternis volgestorte ruimte, waar de zon in scheen, als in een pupil, dacht ik vertwijfeld aan mijn weldoenster. ‘Madame Sasserath!’ schreeuwde ik.’
Commentatoren hebben gewezen op de fonetische gelijkenis tussen de naam Sasserath en het Franse ‘Ca sera’. Hoe dan ook, met haar raadselachtige verdwijnen verwijst Madame Sasserath naar het lot van de figuur Oedipus, die niet alleen een overwinning boekte op de tijd, maar ook op de dood omdat alles ineen schoof tot dat ene moment de van de verboden vereniging met de moeder. Mulisch’ belangstelling voor het Oedipus-motief leidde soms tot vergaande interpretaties en generalisaties. Zo beweerde Frans C. de Roover dat al het schrijven van Mulisch erop gericht was de moeder op een of andere manier te bereiken en het afscheid tussen zoon en moeder ongedaan te maken.
Mulisch’ toneelstuk Oidipous Oidipous was geënt op twee stukken van Sofocles, Koning Oedipus en Oedipus in Colonus. Het element van de herhaling stond daarbij volgens Mulisch centraal: ‘Aan de buitenkant de herhaling van de Oedipous-mythe, aan de binnenkant de eeuwige herhaling in het thema van het stuk.’ Dat thema was de terugkeer. Oedipus was voor Mulisch een omkering, een tegentijd, het teruglopen van de tijd in een eeuwigdurende cirkel: ‘De krakeling, de in zichzelf terugkerende 8, waarin de tijd door mijn constructie raakt, is het eigenlijke thema van mijn stuk – met alle consequenties van simultaan toneel en personen in meervoud.’
Ook die krakeling zou je kunnen zien als een mythische verwijzing naar de Möbius-ring. Oedipus was de mythische verbeelding van het verboden oerverlangen naar de tijdloze symbiose van de moederschoot, dat volgens psychoanalytische theorieën ook aan de basis zou liggen van de psychose. Maar als je Deleuze mag geloven is die psychoanalytische verklaring op basis van de Oedipus-mythe een verwerpelijke vorm van reductie, waar Freud zich aan bezondigd had. Een psychose zou ook niet te reduceren zijn tot de krampachtige onderdrukking van incestueuze verlangens. Er is altijd meer aan de hand, vooral als je het anders en vooral ook breder gaat zien tegen de achtergrond van de ontwikkelingsgang in een mensenleven.
Maar wie heeft uiteindelijk gelijk, Freud of Deleuze? Who shall decide when doctors disagree? Mijn verstand zegt Freud, maar mijn gevoel kiest voor Deleuze die je hoe dan ook anders naar de werkelijkheid laat kijken. Op haast bedwelmende wijze laat Deleuze je telkens weer gelaagdheden zien, uiterst complexe structuren die zichtbaar worden in de tijd of onder het oppervlak van het maaiveld, alsof je bewustzijn een boost krijgt door een overdosis drugs. Ook de psychose is zo’n dramatische gewaarwording, waardoor het leven een geheel andere wending kan krijgen, in een gedachtevlucht op een nieuw plateau.